Storing
Er komt geen mortel uit het einde van
de pompslang.
Storing
Machine start niet ondanks ingescha‐
kelde compressor.
Geen lucht op het spuitapparaat.
De mortel komt met onderbrekingen uit
het spuitapparaat (luchtbellen).
Mortelstroom onderbroken.
Oorzaak
Geen aanvoer van materiaal.
Onjuiste draairichting van de aandrij‐
ving.
Er zit een verstopping in de pompslang
en doordat de overdrukbeveiliging werd
geactiveerd, is de pomp uitgeschakeld.
7.2
Spuitapparaat
Onderstaand worden mogelijke algemene oorzaken van storingen
van het spuitapparaat beschreven en hoe u deze kunt verhelpen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel door uitspuitend pompmedium
▶
Draag bij gebruik van een spuitapparaat uw veiligheidsbril.
Oorzaak
Onvoldoende drukdaling in de af‐
standsbediening door verstopte lucht‐
sproeierbuis in het spuitapparaat.
De pomp loopt en materiaal komt op
het spuitapparaat aan. Er komt echter
slechts heel weinig of zelfs helemaal
geen spuitlucht.
Geen perfecte ontluchting van de mor‐
tel in de mengpijp.
De materiaalstroom breekt steeds op‐
nieuw af zonder te spuiten
Storingen, oorzaken en oplossing
Verpompbaar materiaal in de trechter
vullen.
Draairichting wijzigen.
Voor het pompen van materiaal moet
zorgvuldig worden aangepompt wor‐
den.
nen verstoppingen worden voorkomen.
Het verhelpen van verstopping staat in
het hoofdstuk "Bedrijf" beschreven.
(Verwijderen van verstoppingen
pag. 6 — 18)
Luchtsproeierbuis en luchtleiding reini‐
gen.
pag. 6 — 29)
Controleer of de rubber afdichtingen op
de pompslangkoppelingen aanwezig
zijn en de verbindingen dicht zijn. Con‐
troleer of de pompslang een lek heeft
of gebroken is. Controleer of de lucht‐
slang van de compressor naar de lucht‐
accumulator ondicht is.
De hoeveelheid water kortstondig met
ca. 100 l/h verhogen en dan langzaam
terug gaan naar de normale hoeveel‐
heid water.
Controleer of de luchtkraan aan het
spuitapparaat volledig geopend is.
Controleer of de luchtsproeierbuis vrij
is. Als hij verstopt is, moet hij met de
sproeierreiniger uit de accessoires ge‐
reinigd worden.
Verhelpen
(Aanpompen pag. 6 — 3) Zo kun‐
Verhelpen
(Spuitapparaat reinigen
7 — 3