5.2.1
Zichtcontroles
Voor het starten van de machine moeten enkele zichtcontroles wor‐
den uitgevoerd.
1. Controleer voor iedere aanvang van het werk de machine op ge‐
breken.
2. Controleer de pompslang op beschadigingen.
3. Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen aanwezig zijn en func‐
tioneren.
4. Controleer de juiste montage van de componenten.
5. Neem de waarschuwings- een instructieplaten op de machine in
acht.
5.2.2
Elektrische aansluiting
Bij ondeskundige elektrische aansluitingen of defecte elektrische
componenten kan zwaar letsel (zelfs dodelijk) of grote schade aan de
machine worden veroorzaakt.
1. Controleer de elektrische componenten in principe voor iedere in‐
bedrijfstelling altijd op gebreken.
2. Controleer of de noodzakelijke voedingsspanning beschikbaar is.
5.3
Proefdraaien
Laat de machine, voordat hij op een bouwplaats in gebruik wordt ge‐
nomen, eerst proefdraaien. Daarbij worden verschillende functies ge‐
controleerd.
ATTENTIE
Schade aan de machine door niet verholpen gebreken
▶
Wanneer u bij de testgang van de machine gebreken aantreft,
moeten deze meteen worden verholpen. Na iedere reparatie
moet de controle opnieuw worden uitgevoerd. Pas wanneer alle
volgende controles naar tevredenheid zijn voltooid, mag de ma‐
chine in gebruik worden genomen.
Inbedrijfstelling
5 — 7