Veiligheidsvoorschriften
2 — 22
2.21
Ongeoorloofd starten of gebruiken van de machine
2.21.1
Bedrijfsmodi
Op de machine bestaat in de volgende bedrijfsmodi gevaar door on‐
geoorloofd starten of gebruiken van de machine:
● Inbedrijfstelling
● Bedrijf
● Reiniging, storingzoeken en instandhouding
● Buitenbedrijfstelling
2.21.2
Machine beveiligen
De bediener moet de machine altijd kunnen overzien. Desnoods moet
hij iemand opdracht geven om de machine te bewaken. Indien onbe‐
voegde personen de machine naderen, moet de bediener de werk‐
zaamheden onmiddellijk beëindigen.
Beveilig de machine, voordat u haar achterlaat altijd tegen ongeoor‐
loofd starten:
● Schakel de machine met de hoofdschakelaar uit.
● Beveilig de hoofdschakelaar.