Storingen, oorzaken en oplossing
Storing
De machine start niet op.
De elektrische zekering werd geacti‐
veerd.
De motorbeveiligingsschakelaar is ge‐
activeerd.
7 — 4
7.3
Elektrisch systeem
Onderstaand worden mogelijke algemene storingsoorzaken en hun
oplossing beschreven die het elektrisch systeem betreffen.
GEVAAR
Levensgevaar door dodelijke elektrische schok
▶
Werkzaamheden aan elektrische elementen van de machine
mogen uitsluitend door een elektricien of geïnstrueerd perso‐
neel onder leiding en toezicht van een elektricien, overeenkom‐
stig de elektrotechnische regels worden uitgevoerd.
Indien de stroom op de plaats van gebruik uitvalt en de oorzaak niet
direct kan worden verholpen, moet u de machine en pompslang on‐
middellijk als voorgeschreven reinigen.
pag. 6 — 22) Reinig de machine en pompslangen uit het waterlei‐
dingnet.
Oorzaak
Geen stroom beschikbaar.
De aandrijfmotor draait niet op drie fa‐
sen.
De elektrische zekering van de machi‐
ne is te klein.
De elektrische zekering van de machi‐
ne is te klein.
De activeringskarakteristiek van de
elektrische zekering is te snel.
De doorsnede van de elektrische voe‐
dingskabel is te klein.
De doorsnede van de elektrische voe‐
dingskabel is te klein.
De elektrische voedingskabel is opge‐
rold, bijv. op een kabeltrommel.
De elektrische aansluiting heeft de ver‐
keerde netfrequentie.
(Machine reinigen
Verhelpen
Controleer de elektrische voedingska‐
bel.
Controleer de elektrische voedingska‐
bel.
Plaats de juiste elektrische zekering.
Plaats de juiste elektrische zekering.
Plaats de juiste elektrische zekering.
Maak gebruik van een grotere doorsne‐
de voor de elektrische voedingskabel.
Maak gebruik van een grotere doorsne‐
de voor de elektrische voedingskabel.
Rol de elektrische voedingskabel af.
Vergelijk de netfrequentie met de op
het typeplaatje aangegeven frequentie
van de machine. De beide frequenties
moeten overeenstemmen.