2.11.2
Transport van de machine
Indien de machine m.b.v. een kraan op een transportvoertuig wordt
geladen, mag deze alleen aan de daarvoor bestemde kraanogen wor‐
den aangeslagen. Alleen zo is gegarandeerd dat de machine horizon‐
taal en veilig aan de haak hangt en niet kan kantelen.
Neem de overige aanwijzing in het hoofdstuk "Transport, montage
en aansluiting" in acht.
WAARSCHUWING
Beknellingsgevaar door hijsen en verladen van de machine
1. Hef de machine met behulp van een vorkheftruck voorzichtig en
verplaats de machine voorzichtig.
2. Bepaal bij het hijsen met de kraan het zwaartepunt van de ma‐
chine, door de machine voorzichtig omhoog te hijsen. Daarbij
moeten alle kabels of kettingen van de hijsvoorziening gelijkma‐
tig zijn gespannen en de machine moet gelijktijdig op alle aan‐
pikpunten gelijkmatig omhoog worden gehesen.
3. Verlaad de machine op een geschikt transportvoertuig.
4. Beveilig de machine tijdens het transport tegen wegrollen, ver‐
schuiven en kantelen.
WAARSCHUWING
Letsel- of levensgevaar door vallende lasten
Wanneer de machine niet deskundig of met behulp van beschadig‐
de laadhulpmiddelen wordt opgeladen, kunnen geheven lasten naar
beneden vallen.
1. Gebruik uitsluitend laadhulpmiddelen die qua draagkracht op
het totaalgewicht van de machine zijn afgestemd.
2. Kom niet onder zwevende lasten.
2.11.3
Montage van de wormpomp
Tijdens de montage van de wormpomp bestaat het gevaar van be‐
knelling.
Veiligheidsvoorschriften
2 — 15