⇒
De mengpomp begint te draaien.
⇒
U kunt met het mortel spuiten beginnen.
4. Om de gewenste materiaalconsistentie te bereiken, draait u
eventueel aan de stroomregelklep voor de waterhoeveelheid op
de waterarmatuur. Daardoor verandert u de doorstroomhoeveel‐
heid. De doorstroomhoeveelheid kunt u op de debietmeter afle‐
zen.
Het reservoir mag niet helemaal worden leeggepompt, zodat de
pomp geen lucht kan aanzuigen.
6.5.2.2
Spuitapparaat correct gebruiken
Afbeelding 30: Het spuitapparaat met rustige bewegingen heen en weer bewegen
1. Geleid het spuitapparaat in gelijkmatige snelle en regelmatige be‐
wegingen heen en weer. Cirkelende bewegingen zijn ongunstig.
2. Richt bij muurpleister de straal licht omhoog.
3. Richt bij andere werkzaamheden de straal in rechte hoek op het
te pleisteren oppervlak.
4. Houd een sproeierafstand van 20 cm tot 30 cm tot de wand aan.
⇒
De straal is scherper begrensd des te dichter de sproeier bij
de wand is.
5. Spuit met weinig lucht wanneer u zich dicht bij de wand bevindt.
Bedrijf
6 — 13