Werking Bluetooth
Als uw toestel over Bluetooth-functionaliteit beschikt, is de werking van Bluetooth afhankelijk van het beschikbare signaal
van de draadloze dienst(en) die nodig is/zijn voor de communicatieverbinding. Uitval van het draadloze signaal verhindert
de communicatie van alarmen en andere informatie met gesynchroniseerde apparaten. Tref de nodige maatregelen voor
het geval het draadloze signaal uitvalt.
Bumptest uitvoeren
De frequentie van bumptest wordt voorgeschreven door landelijke of bedrijfsvoorschriften; dagelijks een bumptest
uitvoeren is een algemeen aanvaarde beste veiligheidspraktijk en is daarom het advies van MSA. Het toestel moet de
bumptest doorstaan. Als de test mislukt, dient een kalibratie te worden uitgevoerd voordat het toestel in gebruik wordt
genomen.
Voer vaker een bumptest uit (lees
concentraties verontreinigende stoffen. Voer ook vaker een bumptest uit als de geteste atmosfeer de volgende materialen
bevat, waardoor de gevoeligheid van de sensor voor brandbare gassen en de registraties ervan kunnen afnemen:
• Organische siliconen
• Silicaten
• Loodhoudende verbindingen
• Blootstellingen aan zwavelwaterstof van meer dan 200 ppm of blootstellingen van meer dan 50 ppm per minuut.
Minimumconcentratie van brandbaar gas controleren
De minimumconcentratie van een brandbaar gas in lucht, die kan ontbranden wordt aangeduid als de Lower Explosive
Limit (LEL) (laagste explosiegrens). Een uitlezing van brandbaar gas van XXX geeft aan dat de atmosfeer hoger dan 100%
LEL of 5,00% vol CH
is en dat er explosiegevaar bestaat. U dient de gevaarlijke zone onmiddellijk te verlaten.
4
Op de atmosfeer letten
Gebruik het toestel niet om brandbare of giftige gassen te controleren in de onderstaande atmosferen, omdat dit kan leiden
tot onjuiste metingen:
• Zuurstofarme of zuurstofrijke atmosferen
• Reducerende atmosferen
• Rookkanalen van ovens
• Inerte omgevingen
• Atmosferen met brandbare zwevende nevels/stoffen.
Gebruik het toestel enkel voor detectie van gassen/dampen waarvoor een sensor is geïnstalleerd.
Het toestel is geschikt en gecertificeerd voor het meten van de zuurstofconcentratie in gasmengsels voor inertisatie
volgens EN 50104, maar zonder alarmfunctie.
Zorg ervoor dat er >10% zuurstof aanwezig is voor nauwkeurige uitlezingen van brandbare gassen met de katalytische
sensor.
Mag niet worden gebruikt voor gassen met een vlampunt boven 38 °C (100 °F)
Gebruik het instrument niet om brandbare gassen te controleren in atmosferen die dampen van vloeistoffen met een hoog
vlampunt (boven 38 °C, 100 °F) bevatten, omdat dit tot onjuiste, te lage uitlezingen kan leiden.
Fysieke schok of onderdompeling in water
Controleer de kalibratie opnieuw als het toestel aan een fysieke schok is blootgesteld of volledig in water is
ondergedompeld.
Sensoronderhoud
NL
4.8
Bumptest) als het instrument is blootgesteld aan fysieke schokken of hoge
ALTAIR 4XR
2 Veiligheidsvoorschriften
7