WAARSCHUWING!
Voordat u de pc-printplaat vastpakt, eerst controleren of deze correct is geaard, anders kan de elektronica worden
beschadigd door de statische lading van uw lichaam. Dergelijke schade valt niet onder de garantie. Bij de
elektronicaleveranciers zijn aardingsstrips en sets verkrijgbaar.
Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan ernstig persoonlijk letsel of de dood tot gevolg hebben.
Om een sensor toe te voegen aan een instrument dat nog niet is voorzien van een volledige reeks sensoren, moet u de
sensorplug uit de voorkant van het tot dan ongebruikte sensorhuis verwijderen.
Terwijl de behuizing van het apparaat open is, mag u inwendige componenten niet aanraken met
metalen/geleidende voorwerpen of gereedschappen.
Het instrument kan daardoor beschadigen.
1. Controleer of het toestel is uitgeschakeld.
2. Verwijder de vier schroeven van de ombouw en verwijder de voorkant van de behuizing, terwijl u zorgvuldig let op de
richting van de sensorpakkingring.
3. Neem de te vervangen sensor er voorzichtig uit en voer deze af als afval.
a. Gebruik alleen uw vingers, verwijder voorzichtig de toxische, brandbaar gas- of zuurstofsensor door deze
voorzichtig heen en weer te schudden, terwijl u deze recht uit zijn insteekvoetje trekt.
4. Breng de contactpinnen van de nieuwe sensor zorgvuldig op één lijn met de insteekvoetjes op de printplaat en druk
deze stevig op zijn plaats.
a. Zorg ervoor dat de tab op de sensor op één lijn staat met de groef boven op de houder.
b. Plaats de toxische sensor door deze in de linker positie op de sensorhouder te steken.
c. Plaats de O
d. Plaats de sensor voor brandbare stoffen door deze in de middenpositie op de sensorhouder te steken.
e. Indien er geen sensor hoeft te worden geïnstalleerd, zorg er dan voor dat er een sensorplug op deze plaats
wordt geïnstalleerd.
5. Plaats de voorzijde van de behuizing terug.
6. Breng de schroeven weer aan.
a. Draai elke schroef vast met een aanhaalmoment van 6,00 in-lbs (+/- 0,25 in-lbs) of 0,678 Nm (+/- 0,028 Nm)
om de IP68-klasse van het instrument te handhaven.
7. Schakel het instrument in.
Wanneer de vervangen sensor dezelfde is als de vorige
sensor:
• Het instrument start normaal op.
• Het instrument detecteert automatisch dat er een
nieuwe sensor is geïnstalleerd en opent het scherm
"SENSOR DSCVRY".
8. Kalibreer het instrument, nadat de sensoren zijn gestabiliseerd.
WAARSCHUWING!
Een kalibratie is vereist nadat de sensor is geïnstalleerd. Anders werkt het toestel niet volgens verwachting en kunnen
personen die op de juistheid van het toestel vertrouwen ernstig lichamelijk letsel oplopen of zelfs dodelijk gewond raken.
NL
sensor door deze in de rechterpositie op de sensorhouder te steken.
2
Wanneer de vervangen sensor niet dezelfde is als de vorige
sensor of wanneer dit sensorkanaal gedeactiveerd was:
• Het instrument detecteert automatisch het verschil en
"SENSOR CHANGE" wordt weergegeven.
• "ACCEPT?" verschijnt op het scherm.
○ Accepteer de wijziging met de q knop of wijs
de wijziging af met de p knop.
○ Ga naar de sensorinstellingen en schakel de
juiste sensor in (→
ALTAIR 4XR
5 Onderhoud
4.4.1
Sensorinstelling).
37