3.
Plaats de stapel afdrukmateriaal in Lade 1.
4.
Controleer of de papiergeleiders het papier op de plaats houden zonder het te buigen en of het
papier niet boven de lipjes uitsteekt.
5.
Druk op
Lade 2 of Lade 3
1.
Als de optionele Lade 3 is geïnstalleerd, trekt u Lade 3 naar buiten en plaatst u deze op een vlakke
ondergrond. Verwijder het papier als het zichtbaar is.
2.
Als u geen papier ziet zitten, controleert u of zich in de printer aan de bovenkant van de lade-
opening papier bevindt. Verwijder al het vastgelopen papier.
160 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen
om verder te gaan met afdrukken.
NLWW