Afdruksnelkoppelingen maken en gebruiken in Windows
Gebruik afdruksnelkoppelingen om de huidige instellingen van de driver op te slaan, zodat u deze later
opnieuw kunt gebruiken. Snelkoppelingen zijn beschikbaar op de meeste tabbladen van de printerdriver.
U kunt maximaal 25 afdruksnelkoppelingen opslaan.
Een afdruksnelkoppeling maken
1.
Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2.
Selecteer de driver en klik op Eigenschappen of Voorkeuren.
3.
Selecteer de afdrukinstellingen die u wilt gebruiken. Klik op Opslaan als.
4.
Typ in het venster Afdruksnelkoppelingen een naam voor de snelkoppeling.
5.
Klik op OK.
Afdruksnelkoppelingen gebruiken
1.
Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2.
Selecteer de driver en klik op Eigenschappen of Voorkeuren.
3.
Selecteer de snelkoppeling die u wilt gebruiken in het venster Afdruksnelkoppelingen.
4.
Klik op OK.
OPMERKING:
gebruiken.
NLWW
Selecteer Fabrieksinstellingen om de standaardinstellingen van de printerdriver te
Afdruksnelkoppelingen maken en gebruiken in Windows
95