7.
Sluit de voorklep.
Na enige tijd wordt op het bedieningspaneel het bericht Klaar weergegeven.
8.
De installatie is nu voltooid. Plaats de gebruikte printcartridge in de verpakking waarin de nieuwe
printcartridge is geleverd. Raadpleeg de bijgesloten recyclinggids voor instructies over recycling.
9.
Als u een niet-originele printcartridge gebruikt, raadpleegt u het bedieningspaneel van de printer
voor nadere instructies.
Raadpleeg voor aanvullende hulp de websites die zijn vermeld in
op pagina
127.
130 Hoofdstuk 10 Beheer en onderhoud
Richtlijnen voor vervanging
NLWW