Aangepast papierformaat instellen in de printerdriver
1.
Klik op Afdrukken in het menu Bestand in het softwareprogramma.
2.
Selecteer de driver en klik op Eigenschappen of Voorkeuren.
3.
Klik op het tabblad Papier of Papier/Kwaliteit op de optie Aangepast.
4.
Typ de naam van het aangepaste papierformaat in het venster Aangepast papierformaat.
5.
Geef de lengte en breedte van het papier op. Als u een te kleine of te grote afmeting opgeeft, stelt
de driver het minimale of maximale formaat in.
6.
Indien nodig klikt u op de knop om de maateenheid te wisselen van millimeter naar inch of
omgekeerd.
7.
Klik op Opslaan.
8.
Klik op Sluiten. De naam die u hebt opgeslagen, wordt in de lijst van papierformaten weergegeven
zodat u deze later opnieuw kunt gebruiken.
NLWW
Aangepast papierformaat instellen in de printerdriver
97