De noordreferentie instellen
U kunt de koersreferentie instellen die wordt gebruikt voor het berekenen van de voorliggende koers.
1 Houd MENU ingedrukt.
2 Selecteer Sensors en accessoires > Kompas > Noordreferentie
3 Selecteer een optie:
• U kunt het geografische noorden instellen als koersreferentie door Waar te selecteren.
• U kunt automatisch de magnetische afwijking instellen voor uw locatie door Magnetisch te selecteren.
• U kunt het noorden van het grid (000º) instellen als koersreferentie door Grid te selecteren.
• Als u de magnetische-variatiewaarde handmatig wilt instellen, selecteert u Gebruiker > Mag. afwijking,
voert u de magnetische variatie in en selecteert u OK.
Hoogtemeter en barometer
De watch is uitgerust met een ingebouwde hoogtemeter en barometer. De watch verzamelt voortdurend
hoogte- en luchtdrukgegevens, ook in de energiezuinige modus. Op de hoogtemeter wordt uw geschatte hoogte
weergegeven op basis van luchtdrukverschillen. Op de barometer worden gegevens over omgevingsluchtdruk
weergegeven op basis van de vaste hoogte waarop de hoogtemeter voor het laatst is gekalibreerd
(Hoogtemeterinstellingen,
Hoogtemeterinstellingen
Houd MENU ingedrukt en selecteer Sensors en accessoires > Hoogtemeter.
Kalibreer: Hiermee kunt u de sensor van de hoogtemeter handmatig kalibreren.
Automatisch kalibreren: Hiermee voert de hoogtemeter automatisch een kalibratie uit telkens wanneer u
satellietsystemen gebruikt.
Sensormodus: Hiermee stelt u de modus voor de sensor in. Met de optie Automatisch gebruikt u zowel de
hoogtemeter als de barometer, afhankelijk van uw beweging. U kunt de optie Alleen hoogtemeter gebruiken
wanneer er tijdens uw activiteit sprake is van hoogteverschillen, of de optie Alleen barometer wanneer er
geen sprake is van hoogteverschillen.
Hoogte: Hiermee stelt u de maateenheden voor hoogte in.
De barometrische hoogtemeter kalibreren
Uw watch is al gekalibreerd in de fabriek. Standaard wordt automatische kalibratie op het GPS-beginpunt
gebruikt. U kunt de barometrische hoogtemeter handmatig kalibreren als u de juiste hoogte kent.
1 Houd MENU ingedrukt.
2 Selecteer Sensors en accessoires > Hoogtemeter.
3 Selecteer een optie:
• Selecteer Automatisch kalibreren als u het toestel automatisch wilt kalibreren op het GPS-beginpunt en
selecteer een optie.
• Selecteer Kalibreer > Handmatig invoeren als u de huidige hoogte handmatig wilt invoeren.
• Selecteer Kalibreer > Gebruik DEM om de huidige hoogte van het digitale hoogtemodel in te voeren.
OPMERKING: Voor sommige toestellen is een telefoonverbinding vereist om DEM te kunnen gebruiken
voor kalibratie.
• Selecteer Kalibreer > Gebruik GPS om de huidige hoogte vanaf uw GPS-beginpunt in te voeren.
Sensoren en accessoires
pagina 59).
59