Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Aansluitingen - Riello RS 25/M C05 Handleiding Voor Installatie, Gebruik En Onderhoud

Inhoudsopgave

Advertenties

5.10

Elektrische aansluitingen

Aantekeningen over de veiligheid voor de elektriciteitsaansluitingen
 De elektriciteitsaansluitingen moeten worden uitgevoerd als er geen elektrische voeding is.
 De elektriciteitsaansluitingen moeten uitgevoerd worden volgens de normen die van kracht zijn in het land van
bestemming, door gekwalificeerd personeel. Raadpleeg de elektrische schema's.
 De constructeur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor wijzigingen of aansluitingen die verschillen van
GEVAAR
diegene die aangeduid worden op de elektrische schema's.
 Controleer of de stroomtoevoer van de brander overeenkomt met de stroom die op het identificatieplaatje en in
deze handleiding aangeduid wordt.
 De elektrische veiligheid van het toestel wordt enkel bereikt wanneer de brander zelf correct aangesloten is op
een doeltreffende aardinstallatie, die uitgevoerd werd volgens de van kracht zijnde normen. Deze fundamentele
veiligheidsvereiste moet noodzakelijk gecontroleerd worden. In geval van twijfels moet bevoegd personeel
gecontacteerd worden dat een zorgvuldige controle van de elektrische installatie moet uitvoeren. Gebruik de
gasleidingen niet als aarding van elektrische toestellen.
 De elektrische installatie moet geschikt zijn voor het maximumvermogen dat geabsorbeerd wordt door het toestel,
dat aangeduid wordt op het plaatje en in de handleiding, door te controleren of vooral de doorsnede van de kabels
geschikt is voor het vermogen dat geabsorbeerd wordt door het toestel.
 Voor de stroomtoevoer van het toestel vanaf het elektriciteitsnet:
- gebruik geen adapters, meervoudige stopcontacten, verlengsnoeren;
- voorzie een meerpolige schakelaar met een opening van minstens 3 mm tussen de contacten (categorie
overspanning III) zoals voorzien wordt door de van kracht zijnde veiligheidsnormen.
 Raak het toestel niet aan met natte of vochtige lichaamsdelen en/of indien u op blote voeten loopt.
 Trek niet aan de elektriciteitskabels.
Opmerkingen:
Het driefasige model RS 35/M C05 zijn bij het verlaten van de
fabriek ingesteld voor een elektrische voeding van 400V.
Verander, indien de voeding 230V is, de motoraansluiting
(van ster naar driehoek) en de afstelling van het thermische
relais.
De branders RS 25-35/M C05 zijn goedgekeurd voor
intermitterende werking. Dit betekent dat deze 'volgens
voorschrift' tenminste 1 keer in 24 uren tot stilstand moeten
komen zodat de controledoos zijn eigen efficiëntie bij de start
kan controleren. Gewoonlijk wordt het stilleggen van de
brander verzekerd door de thermostaat/drukschakelaar van
de ketel. Mocht dit niet het geval zijn, dan moet er in
serieschakeling met IN een uurschakelaar aangebracht
worden die er voor zorgt dat de brander minstens eenmaal in
de 24 uur tot stilstand komt.
De branders RS 25-35/M C05 verlaten de fabriek gereed
voor tweetrapswerking en daarom moet de thermostaat/
drukschakelaar TR aangesloten worden. Als u daarentegen
wenst dat de brander een ééntrapswerking heeft, moet u ter
vervanging van de thermostaat/drukschakelaar TR een brug
tussen de klemmen T6 - T7 van het klemmenbord X4
aanbrengen.
Modulerende werking
Bij het aansluiten van de RWF-voedingsregelaarsets of de
0...10V / 4...20mA-omvormer in 3-puntssignaal, moet de
thermostaat/drukschakelaar TR worden verwijderd (als de 4-
polige stekker wordt losgekoppeld, moet de meegeleverde
afdekking worden aangebracht).
Alleen bij de RWF-regelaar moet ook de thermostaat/
drukschakelaar TL worden verwijderd.
Wissel de neutraalgeleider en de fase op de
stroomtoevoer niet om.
Elke
omkering
vergrendeling omwille van niet-ontsteking.
LET OP
Vervang de onderdelen alleen door originele
reserveonderdelen.
20182218
Installatie
zou
resulteren
in
een
22
Voordat
u
een
controlewerkzaamheid uitvoert:
Onderbreek de stroomtoevoer naar de brander
met de hoofdschakelaar van de inrichting.
GEVAAR
Sluit de blokkeerkraan van de brandstof.
GEVAAR
Voorkom de vorming van condens, ijs en
waterinsijpelingen.
GEVAAR
Gebruik flexibele kabels conform EN 60 335-1:
• indien onder PVC gaine minstens type H05 VV-F
• indien onder rubberen gaine minstens type H05 RR-F.
Alle kabels die op de brander aangesloten worden dienen door
kabelkanalen te lopen.
NL
onderhouds-,
schoonmaak-
of

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave