Inhoud Verklaringen....................................3 Algemene informatie en waarschuwingen..........................4 Informatie over de handleiding ............................ 4 2.1.1 Inleiding ..................................4 2.1.2 Algemeen gevaar ................................ 4 2.1.3 Andere symbolen ................................ 4 2.1.4 Levering van de inrichting en van de handleiding ....................... 5 Waarborg en aansprakelijkheid........................... 5 Veiligheid en preventie ................................
Pagina 4
Inhoud Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander .......................31 Aantekeningen over de veiligheid bij de eerste inbedrijfstelling.................31 Afstellingen vóór de ontsteking ..........................31 Startprocedure ................................31 Afstelling van de lucht / brandstof ..........................32 6.4.1 Luchtregeling voor maximum vermogen ........................32 6.4.2 Regelsysteem lucht/brandstof en vermogenmodulatie ....................32 6.4.3 Afstelling van de brander ............................32 6.4.4...
Directeur Onderzoek en Ontwikkeling RIELLO S.p.A. - Directie Branders Ir. F. Maltempi Verklaring van de fabrikant RIELLO S.p.A. verklaart dat de volgende producten de limiet uitstootwaarden van NOx respecteren die worden opgelegd door de Duitse norm "1. BImSchV revisie 26.01.2010". Product Model...
Algemene informatie en waarschuwingen Algemene informatie en waarschuwingen Informatie over de handleiding 2.1.1 Inleiding OPGELET ORGANEN IN BEWEGING De handleiding die samen met de brander geleverd wordt: Dit symbool geeft aanduidingen om te voorkomen is een wezenlijk en essentieel onderdeel van het product en dat ledematen mechanische organen in beweging moet er altijd bij blijven;...
Algemene informatie en waarschuwingen 2.1.4 Levering van de inrichting en van de De leverancier van de inrichting licht de gebruiker zorgvuldig in over het volgende: handleiding – het gebruik van de inrichting; Wanneer de inrichting geleverd wordt, is het volgende nodig: –...
Veiligheid en preventie Veiligheid en preventie Achtergrond De branders werden ontworpen en gebouwd conform de van het type en de druk van de brandstof, de spanning en de frequen- kracht zijnde normen en richtlijnen, waarbij de gekende techni- tie van de stroomtoevoer, de minimum en maximum debieten sche veiligheidsregels toegepast en alle potentiële gevaarlijke si- waarop de brander geregeld is, de drukregeling van de verbran- tuaties voorzien werden.
Technische beschrijving van de brander Technische beschrijving van de brander Omschrijving van de branders Serie: Brandstof: Aardgas Stookolie Stookolie / Methaan Olie Grootte Regeling: Twee vlamgangen (stookolie) / Proportionele klep (gas) Elektronische nok Elektronische nok en variabele snelheid (met Invertor) Proportionele klep lucht/gas Mechanische nok Uitstoot:...
OPGELET De buitenafmetingen van de open brander zijn de afmetingen L en R. De afmeting I betreft de dikte van het vuurvaste materiaal van de keteldeur. Afb. 2 20069485 RS 310/EV BLU 1178 DN65 1015 RS 410/EV BLU 1178 DN65...
1013 mbar (ongeveer 0 m boven de zeespiegel) minimumlimiet van het diagram: en met de branderkop afgesteld zoals is aangege- OPGELET ven op pag. 25. Model RS 310/EV BLU RS 410/EV BLU RS 510/EV BLU RS 610/EV BLU 1000 Tab. G...
Technische beschrijving van de brander Proefketel De combinatie brander-ketel stelt geen enkel probleem als de ke- De werkingsvelden zijn het resultaat van testen met speciale tel EG gehomologeerd is, en als de afmetingen van de verbran- proefketels, volgens norm EN 676. dingskamer de waarden in het diagram (Afb.
Technische beschrijving van de brander 4.11 Beschrijving van de brander OVERZICHT 20081975 Afb. 5 Hefringen De brander kan zowel links als rechts geopend Waaier worden zonder hinder vanwege de brandstoftoe- Motor van de ventilator voer. Servomotor van de luchtklep Drukafnamepunt gas branderkop Branderkop Voor de opening van de brander wordt verwezen Ontstekingselektrode...
Technische beschrijving van de brander 4.12 Beschrijving van het schakelbord 20081976 Afb. 6 Elektrische apparatuur Keuzeschakelaar ON/OFF Vermogenregelaar Aardeklem Passage voedingskabels en externe aansluitingen. Zie paragraaf “Elektrische aansluitingen” op pag. 29 Beugel voor toepassing kits Klemmenbord hoofdvoeding Relais met schone contacten voor signalering vergrendeling brander Relais met schone contacten voor signalering brander in werking...
OPGELET De controledoos is een veiligheidssysteem! Maak hem niet open, breng geen wijzigingen aan en for- ceer de werking ervan niet. Riello S.p.A. is niet aansprakelijk voor eventuele schade die wordt veroorzaakt door niet-geautoriseerde werkzaam- heden! Risico op ontploffing!
Pagina 18
Technische beschrijving van de brander Technische gegevens Controledoos Stroomnetspanning AC 230 V -15 % / +10 % Stroomnetfrequentie 50 / 60 Hz ±6 % Opgenomen vermogen < 30 W Veiligheidsklasse I, met bestanddelen conform II en III volgens DIN EN 60730-1 Lading op klemmen Zekering op controledoos (inspecteerbaar)
Technische beschrijving van de brander 4.14 Werkingsvolgorde van de brander Werking Controle van de Start Uitschakeling dichting Nummer fase 10 12 81 82 Timer - Resolutie - Verhouding 0,6 s 27 s 30 s Timer 1 (parameters) Timer 2 (parameters) Timer 3 = max.
Technische beschrijving van de brander 4.14.1 Lijst van de fasen Fase Beschrijving Fase Beschrijving Ph44 t44 = tijd interval 1 Ph00 Fase van vergrendeling Ph60 Werking Ph02 Fase van veiligheid Ph62 De brander bereikt de positie van de uitschakeling Ph10 Sluiting in pauze Ph70 t13 = tijd van naverbranding...
Technische beschrijving van de brander 4.15.2 Beschrijving knoppen Knop Knop Functie Voor de regeling van de servomotor van de brandstof Knop F ingedrukt houden en de waarde regelen door op te drukken) Voor de regeling van de servomotor van de lucht Knop A ingedrukt houden en de waarde regelen door op te drukken)
Technische beschrijving van de brander 4.16 Servomotor (SQM33..) Belangrijke aantekeningen Volg onderstaande voorschriften om ongevallen, schade aan voorwerpen en/of aan het milieu te voorkomen! Open, wijzig of forceer de actuatoren niet. OPGELET Alle werkzaamheden (voor montage, installa- tie en hulp, enz.) moeten door gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden.
Installatie Installatie Aantekeningen over de veiligheid bij de installatie Maak eerst de ruimte rond de zone waar de brander geïnstalleerd De installatie van de brander moet uitgevoerd wordt zorgvuldig schoon, zorg voor een correcte verlichting van worden door bevoegd personeel volgens de uitleg de omgeving en voer dan de installatiewerkzaamheden uit.
Voor ketels met circulatie van rookgassen vooraan 1 Afb. 15) of met vlaminversiekamer, moet een vuurvaste bescherming 5) RS 310/EV BLU aangebracht worden tussen het vuurvast materiaal van de ketel RS 410/EV BLU 2) en de monding 4).
Installatie Toegang tot de binnenkant van de kop De brander verlaat de fabriek met opening naar links, wanneer de pen 1)(Afb. 16) in de zitting wordt gehouden. Voor de opening van de brander naar links moet als volgt gehan- deld worden: A Koppel de stekker/stopcontact 9)(Afb.
Afb. 17, en of de aangeduide afmetingen worden gerespecteerd. OPGELET RS 410-510-610/EV BLU Sonde Elektrode Overeenkomstig de boring positioneren RS 310/EV BLU Afb. 17 20071251 Gassmoorklep Vervang indien noodzakelijk de gassmoorklep. De correcte posi- tie wordt aangeduid in Afb. 18. 20078516 Afb.
Installatie 5.10 Afstelling van de branderkop Draai de schroef 1) tot het gewenste merkteken samenvalt met het voorste vlak van de schroef zelf. De opening van de branderkop gebeurt wanneer de schroef 1) linksom wordt gedraaid. sluiting branderkop gebeurt wanneer schroef 1)(Afb.
Installatie 5.11 Gasdrukken Risico op explosie te wijten aan brandstoflekken MBC "met schroefdraad" in aanwezigheid van een ontvlambare bron. Voorzorgsmaatregelen: voorkom stoten, wrijvin- gen, vonken, warmte. Controleer of het afsluitkraantje van de brandstof gesloten is alvorens werkzaamheden op de bran- der uit te voeren.
Installatie 5.11.2 Gasstraat Gehomologeerd volgens de norm EN 676, en wordt afzonderlijk Let op voor de beweging van de gasstraat: gevaar geleverd. op beknelling van ledematen. 5.11.3 Installatie gasstraat Controleer of de gasstraat correct geïnstalleerd is en of er geen brandstoflekken zijn. Onderbreek de stroomtoevoer met de hoofdscha- kelaar van de inrichting.
Installatie 5.11.4 Gasdruk 1 p (mbar) 2 p (mbar) Tab. L geeft het minimumdrukverlies aan op de gastoevoerleiding G 20 G 25 G 20 G 25 in functie van het maximumvermogen van de brander. 1200 De waarden vermeld in Tab. L verwijzen naar: 1440 14,1 –...
Installatie 5.12 Elektrische aansluitingen Aantekeningen over de veiligheid voor de elektriciteitsaansluitingen De elektriciteitsaansluitingen moeten worden uitgevoerd als er geen elektrische voeding is. De elektriciteitsaansluitingen moeten uitgevoerd worden volgens de normen die van kracht zijn in het land van bestemming, door gekwalificeerd personeel.
Installatie 5.12.1 Passage voedingskabels en externe aansluitingen Alle kabels die op de brander aangesloten worden dienen door kabelkanalen te lopen. De kabelkanalen kunnen op verschillende manieren gebruikt worden; Raadpleeg als voorbeeld Afb. 27. Legende (Afb. 27) Stroomtoevoer - Boring voor M32 Toestemmingen en veiligheden - Boring voor M20 Minimumgasdrukschakelaar - Boring voor M20 Kit dichtingscontrole gasventielen VPS - Boring voor M20...
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Aantekeningen over de veiligheid bij de eerste inbedrijfstelling De eerste inbedrijfstelling van de brander moet Controleer of de mechanismen voor regeling, be- uitgevoerd worden door bevoegd personeel vol- diening en veiligheid correct functioneren.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Afstelling van de lucht / brandstof 6.4.4 Vermogen bij de ontsteking De synchronisatie van lucht/brandstof wordt uitgevoerd met hun servomotoren (lucht en gas) via het opslaan van een ijkingskrom- De ontsteking dient te worden uitgevoerd op een vermogen dat me door middel van de elektronische nok.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Uiteindelijke afstelling van de drukschakelaars 6.5.1 Luchtdrukschakelaar Voer de regeling van de luchtdrukschakelaar (Afb. 30) uit nadat alle andere branderafstellingen werden uitgevoerd, met de lucht- drukschakelaar afgesteld op het begin van de schaal. Breng een verbrandingsanalysetoestel aan in het rookkanaal wanneer de brander aan het minimumvermogen brandt, en sluit langzaam de aanzuigopening van de ventilator (bijvoorbeeld met...
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Afstelling van de drukschakelaars 6.6.1 Maximumgasdrukschakelaar Regel de maximumgasdrukschakelaar (Afb. 31) na alle andere regelingen van de brander uitgevoerd te hebben met de maxi- mumgasdrukschakelaar afgesteld op het einde van zijn schaal. Om de maximumgasdrukschakelaar te ijken, sluit u een mano- meter aan op het drukafnamepunt nadat u de kraan ervan heeft opengedraaid.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Modaliteit van weergave en programmering 6.7.1 Modus Normal 6.7.1.4 Foutbericht, weergave fouten en informatie De display geeft afwisselend de foutcode (in het voorbeeld hier- De Modus 'Normal' is de standaard werkingsmodaliteit die wordt naast c: 12) en de relatieve diagnostiek weer (in het voorbeeld weergegeven op de display van het bedieningspaneel, en verte- d: 0).
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.7.1.5 Procedure voor de ontgrendeling Als de toets "F" wordt losgelaten, verschijnt de standaard weer- gave en knippert het actuele percentage van de lading: dit bete- De brander is vergrendeld wanneer de rode controlelamp oplicht kent dat de brander zich in de manuele werking bevindt (elke op het bedieningspaneel, en de display afwisselend de vergren- externe regeling wordt uitgesloten, enkel de veiligheidsmecha-...
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.7.3 Modus Service 6.7.4 Modus Parameters De Modus Service (SEr) geeft de historie weer van de fouten, In de Modus Parameters (PArA) kan de lijst parameters weer- evenals technische informatie over het systeem. Handel als volgt gegeven en gewijzigd/geprogrammeerd worden die worden aan- om dit niveau te bereiken: geduid op pag.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.7.4.2 Toewijzing van de niveaus van de parameters Het password mag enkel meegedeeld worden Het niveau van de parameters is onderverdeeld in groepen, zie aan gekwalificeerd personeel of aan het perso- Tab. O. neel van de Technische Hulpdienst, en moet op een veilige plek bewaard worden.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.8.0.1 Procedure van de invoer en de regeling van de Selecteer een ander punt, of druk tegelijkertijd op de toetsen "+" en "-" (ESC) om te verlaten. punten van de modulatiecurve In de controledoos kunnen 9 regelingspunten/ijkingspunten (P1÷P9) ingevoerd worden voor elk van de servomotoren, door hun positie in graden te wijzigen, en dus ook de ingevoerde hoe- veelheid lucht en brandstof.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.8.1 Wijziging parameter 6.8.2 Wijziging parameter voor continue / "acceleratiebaan / intermitterende werking (FS2/FS1) deceleratiebaan" De brander verlaat de fabriek met de parameters 522 (accelera- De brander verlaat de fabriek met de parameter 239 ingesteld op tie) en 523 (deceleratie) al ingesteld.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Startprocedure Controleer dat de display van het bedieningspaneel het verzoek Fase 24: om warmte en "OFF Upr" weergeeft: dit betekent dat de modula- De brander bereikt de positie van de voorventilatie, de servomo- tiecurve van de brander moet ingesteld worden.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Los het probleem op. Raadpleeg hiervoor de paragraaf “Geen Tijdens de regeling van elk punt moet op de servomotor van de ontsteking” op pag. 50. lucht en van het gas gehandeld worden, zonder de positie van de stabilisator van het gasventiel te wijzigen.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.10 Procedure van Backup / Restore Nadat de "Startprocedure" is uitgevoerd, moet een backup uit- Er wordt aanbevolen om deze handeling na elke gevoerd worden door een kopie te creëren van de gegevens die ingreep uit te voeren die wijzigingen inhoudt van zijn gememoriseerd op REC, in het paneel van de display RDI 21.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander N.B. Er wordt aanbevolen om de backup uit te voe- Als zich tijdens het backup proces een fout zou voordoen, ren elke keer een parameter wordt gewijzigd, geeft de display een negatieve waarde weer. nadat werd gecontroleerd dat de uitgevoerde Om de oorzaak van de fout te bepalen, wordt verwezen naar wijziging correct is.
Pagina 47
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Op de display verschijnt de waarde 1: h min s Na ongeveer 8 seconden (afhankelijk van de duur van het pro- gramma) verschijnt de waarde 0 op de display, wat aanduidt dat het restore proces correct werd gecompleteerd. h min s N.B.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.10.3 Lijst parameters Parameter Interval waarden Aant. Default Modaliteit Meeteenheid Wijziging Precisiegraad elementen instelling toegang Beschrijving Min. Max. 000 INTERNE PARAMETERS Start procedure backup/restore met RDI21... / PC TOOL (parameter instellen op 1) Index 0 = backup creëren Wijziging 0;...
Pagina 49
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Parameter Interval waarden Aant. Default Modaliteit Meeteenheid Wijziging Precisiegraad elementen instelling toegang Beschrijving Min. Max. Parity voor Modbus 0 = geen Wijziging Modus Service 1 = oneven 2 = even Selectie van de werking van de brander tijdens de onderbreking van de omschakeling met het af- standsbesturingssysteem.
Pagina 50
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Parameter Interval waarden Aant. Default Modaliteit Meeteenheid Wijziging Precisiegraad elementen instelling toegang Beschrijving Min. Max. Maximum herhalingen van de ingreep van de mini- mum gasdrukschakelaar 1 = Geen herhaling Wijziging Modus Service 2...15 = Aantal herhalingen 16 = Constante herhalingen 225 Gas: Tijd van voorventilatie Wijziging...
Pagina 51
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Parameter Interval waarden Aant. Default Modaliteit Meeteenheid Wijziging Precisiegraad elementen instelling toegang Beschrijving Min. Max. Positie van de servomotor brandstof wanneer de vlam ontbreekt (°) Wijziging 0° 90° 0,1° 0°; 0°; 15° Modus Service Index 0 = positie van stand-by Index 1 = positie voorventilatie Index 2 = positie naventilatie...
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Parameter Interval waarden Aant. Default Modaliteit Meeteenheid Wijziging Precisiegraad elementen instelling toegang Beschrijving Min. Max. Resultaat proefneming contact (gecodeerd in bit) Bit 0.0 = 1: Minimum drukschakelaar Bit 0.1 = 2: Maximum drukschakelaar Bit 0.2 = 4: Drukschakelaar controle ventielen Bit 0.3 = 8: Luchtdrukschakelaar Bit 0.4 = 16: Controle van lading Open...
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.13 Uitdoven van de brander tijdens de werking Als de vlam uitgaat tijdens de werking, treedt de vergrendeling- van de brander binnen 1 sec. in werking. 6.14 Stilleggen van de brander Het brander kan op de volgende wijzen stilgelegd worden: Er zijn twee mogelijkheden: ...
Onderhoud Onderhoud Aantekeningen inzake veiligheid voor het onderhoud Het periodieke onderhoud is essentieel voor de goede werking, Voordat u een onderhouds-, schoonmaak- of controlewerkzaam- de veiligheid, het rendement en de bedrijfsduur van de brander. heid uitvoert: Dankzij het onderhoud worden het verbruik en de vervuilende uit- stoten gereduceerd en blijft het product betrouwbaar door de tijd Onderbreek de stroomtoevoer naar de brander heen.
Onderhoud Ketel 7.2.4 Veiligheidscomponenten Reinig de ketel volgens de voorschriften zodat u opnieuw de ori- De veiligheidscomponenten moeten vervangen worden volgens ginele verbrandingsgegevens heeft. En in het bijzonder: druk in de bedrijfscyclus die wordt aangeduid in de volgende tabel. de verbrandingskamer en temperatuur van rookgassen. De gespecificeerde bedrijfscycli betreffen niet de garantievoor- waarden die worden aangeduid in de leverings- en betalings- Gaslekken...
Onderhoud 7.2.5 Meting van de ionisatiestroom 7.2.6 Controle van de druk van de lucht en het gas in de branderkop De brander heeft een ionisatiesysteem om de aanwezigheid van de vlam te controleren. Om deze handeling uit te voeren, moet een manometer gebruikt worden voor de meting van de lucht- en de gasdruk op de bran- De minimumstroom om de controledoos te doen werken is 4 µA.
Onderhoud Opening van de brander Onderbreek de stroomtoevoer naar de brander met de hoofdschakelaar van de inrichting. GEVAAR Sluit de blokkeerkraan van de brandstof. GEVAAR Wacht totdat de bestanddelen in contact met warmtebronnen helemaal afgekoeld zijn. Voor de opening van de brander moet gehandeld worden vol- gens de modaliteiten die worden aangeduid in de paragraaf “Toegang tot de binnenkant van de kop”...
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Problemen - Oorzaken - Oplossingen Als de brander bij de ontsteking of bij de werking onregelmatig- Indien de brander uitvalt, mag deze niet meer dan heden mocht vertonen, voert de brander een "veiligheidsstop" uit twee maal achtereenvolgens ontgrendeld worden wat wordt aangeduid door het oplichten van de rode controle- om schade aan de installatie te vermijden.
Pagina 59
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Foutcode Diagnostiekcode Betekenis van het systeem REC 37.400A2 Aanbevolen metingen Lektest Controleer of het ventiel aan de zijde van de brander lekt. Controleer of de drukschakelaar voor de lektest (PGVP) V2 lekt gesloten is wanneer geen gasdruk aanwezig is. Controleer de bedrading en controleer of kortsluiting aanwezig De dichtingscontrole van de ventielen is actief, maar de Dichtingscontrole ventielen niet mogelijk...
Pagina 60
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Foutcode Diagnostiekcode Betekenis van het systeem REC 37.400A2 Aanbevolen metingen Veiligheidscircuit / Flens brander, vreemd licht, luchtdruk, brandstofdruk, POC - Vergrendeling alarm bij de start Voer een reset uit; als de fout herhaaldelijk voorkomt, moet de 50 ÷...
Pagina 61
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Foutcode Diagnostiekcode Betekenis van het systeem REC 37.400A2 Aanbevolen metingen De basisunit ontvangt de impulsen niet vanaf de snelheidssensor: 1. De motor draait niet. Circuit open snelheidssensor 2. De snelheidssensor is niet verbonden. 3. De snelheidssensor is niet geactiveerd vanaf de schijf van de sensor (controleer de afstand).
Pagina 62
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Foutcode Diagnostiekcode Betekenis van het systeem REC 37.400A2 Aanbevolen metingen De snelheid werd niet bereikt omdat de gedetecteerde helling van de curve te stijl is. 1. Met een baan REC3... van 20 s mag de variatie van de snelheid tussen 2 punten van de curve, in de modulerende modaliteit, de waarde van 10% niet overschrijden.
Pagina 63
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Foutcode Diagnostiekcode Betekenis van het systeem REC 37.400A2 Aanbevolen metingen Het was niet mogelijk om de target positie te bereiken binnen de gevraagde tolerantierange. Foute positie 1. Controleer of de servomotor werd vergrendeld of overbelast Circuit open gedetecteerd op de verbinding van de servomotor Bit 0 Circuit open...
Pagina 64
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Foutcode Diagnostiekcode Betekenis van het systeem REC 37.400A2 Aanbevolen metingen 0 Min. drukschakelaar 1 Max. drukschakelaar 2 Drukschakelaar werkingstest ventiel 3 Luchtdruk 4 Controller belasting open 5 Controller belasting on/off Kan veroorzaakt worden door capacitieve ladingen of 6 Controller belasting aanwezigheid van spanning DC op de hoofdzakelijke gesloten...
Pagina 65
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Foutcode Diagnostiekcode Betekenis van het systeem REC 37.400A2 Aanbevolen metingen Backup – de vergelijking van de gegevens tussen de 243 (-13) Herhaal de reset en de backup. interne microprocessoren is abnormaal De gegevens van de backup zijn incompatibel met de actuele 244 (-12) De gegevens van de backup zijn incompatibel softwareversie;...
Pagina 66
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Foutcode Diagnostiekcode Betekenis van het systeem REC 37.400A2 Aanbevolen metingen Herbepaal de werkingsmodaliteit (parameter 201). Interne fout Voer een reset uit; als de fout herhaaldelijk voorkomt, moet de controledoos vervangen worden. Nummer fase Stop programma De stop van het programma is actief (geen fout).
Aanhangsel - Accessoires Aanhangsel - Accessoires Kit voor modulerende werking Brander Vermogenregelaar Code Alle modellen RWF 50.2 UITGANG 3 PUNTEN 20085417 Alle modellen RWF 55.5 COMPLEET MET INTERFACE RS-485 20074441 Alle modellen RWF 55.6 COMPLEET MET INTERFACE RS-485/PROFIBUS 20074442 Brander Sonde Regelbereik Code...
Pagina 68
Aanhangsel - Accessoires Kit Modbus interface Brander Model Code Alle modellen OCI412 3010437 Kit PVP (Functie dichtingscontrole - Zie handleiding gasstraat) Brander Type gasstraat Code Alle modellen MB - CB 3010344 Gasstraten volgens de norm EN 676 Raadpleeg de handleiding. 20081756...
Aanhangsel - Schema van schakelbord Aanhangsel - Schema van schakelbord Index van schema's Aanduiding van de referenties Blindschema van vermogen Blindschema van vermogen Werkingsschema REC 37... Werkingsschema REC 37... Werkingsschema REC 37... Kit vermogenregelaar RWF50.2 De installateur zorgt voor de elektrische aansluitingen De installateur zorgt voor de elektrische aansluitingen Ingangen/uitgangen vermogenregelaar Aanduiding van de referenties...
Pagina 70
Aanhangsel - Schema van schakelbord 20081756...
Pagina 71
Aanhangsel - Schema van schakelbord 20081756...
Pagina 72
Aanhangsel - Schema van schakelbord 20081756...
Pagina 73
Aanhangsel - Schema van schakelbord 20081756...
Pagina 74
Aanhangsel - Schema van schakelbord 20081756...
Pagina 75
Aanhangsel - Schema van schakelbord 20081756...
Pagina 76
Aanhangsel - Schema van schakelbord 20081756...
Pagina 77
Aanhangsel - Schema van schakelbord 20081756...
Pagina 78
Aanhangsel - Schema van schakelbord 20081756...
Pagina 79
Aanhangsel - Schema van schakelbord Legende van de elektriciteitsschema's Elektronische nok XPFMin Connector minimumgasdrukschakelaar Unit weergave en ijking XPGVP Connector gasdrukschakelaar voor dichtingscontrole Vermogenregelaar RWF intern XRWF Klemmenbord vermogenregelaar Vermogenregelaar RWF extern XSM1 Connector servomotor lucht Sonde met uitgang met stroom XSM2 Connector servomotor gas Inrichting met uitgang met stroom voor wijziging set-...
Pagina 80
RIELLO S.p.A. I-37045 Legnago (VR) Tel.: +39.0442.630111 http:// www.riello.it http:// www.riello.com Onder voorbehoud van wijzigingen...