Foutopsporing
Tabel 88-1:
Gids voor foutopsporing voor de Model LX-luchtbevochtiger
Probleem
Mogelijke oorzaak
Geen stroom naar
luchtbevochtiger
Aansluitingen veldbedrading
Luchtbevochtiger
gaat niet aan
Interne verbindingen
Geen stroom op 24V regelkring Controleer de resetschakelaar op de transformator.
Verkeerd type afvoerklep
Afvoerklep werkt niet goed
Vuil in afvoerklep verhindert
sluiten
Water stroomt
constant door
Water stroomt uit
afvoer.
overloopopening
Koelingsklep mislukt op de
mechanische koelingsinrichting
Leidingverbindingen zitten los
Water lekt uit
luchtbevochtiger.
Defect aan lasnaden tank door
corrosief water
Levensduur tankpakking
overschreden
Te veel condensaat in de
stoomslang
Luchtbevochtiger
maakt gorgelend
Integrale afvoerwaterkoeling
geluid.
Verkeerde afvoerleidingen
Vulklep maakt
Waterslag door leidingdruk
bonzend geluid.
Plaatselijk geïnstalleerde
afsluitklep watertoevoer niet
Luchtbevochtiger
open
wordt niet
Vulklep werkt niet goed
gevuld.
Onvoldoende watertoevoer
Vuil in afvoerklep blokkeert
Luchtbevochtiger
uitlaatpoort
tapt niet af.
Afvoerklep werkt niet goed
88
HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE, BEDIENING EN ONDERHOUD VAN DE LX SERIES
Controleer de hoofdvoeding en schakelaar.
Controleer op de juiste spanning op alle aansluitklem.
Controleer alle aansluitingen.
Controleer de draadverbindingen en instellingen op accessoires zoals de hogelimiet-
schakelaar en luchtstroomcontroleschakelaar.
Volg de uitschakelprocedure op pagina 75. Controleer of de elektrische aansluitingen zijn
uitgeschakeld bij het aansluitblok.
Controleer of de klemmen van de interne componenten goed zijn aangesloten op de juiste
klemmen op de printplaten.
Neem contact op met de fabrikant.
Controleer de werking van de klep met de testmodus.
Verwijder de plug van het afvoerblok, en verwijder het vuil uit de afvoerklep.
Controleer de interne slangen, en verwijder eventuele knikken of verstopping.
Controleer de functie van de niveausonde.
Vervang de koelingsklep.
Controleer alle aansluitingen en fittingen op het vulblokverdeelstuk. Draai indien nodig aan.
Controleer de aansluiting van de interne slangklemmen. Verplaats de klemmen en draai ze
aan naar vereist.
Controleer de aansluiting van de stoomslang bovenop de tank. Draai de klem of leidingen
zo nodig aan.
Raadpleeg de fabrikant.
Vervang de pakking.
Zorg dat de stoomslang regelmatig naar de luchtbevochtiger of naar T-stukken of
vochtvangers op lage plekken in de slang helt.
Het is normaal dat de luchtbevochtiger een laag rommelend geluid maakt bij het koelen van
het afvoerwater.
Bevestig dat de afvoerleidingen goed zijn uitgevoerd, inclusief de installatie van een
beluchter.
Zorg dat de watertoevoerleiding nergens contact maakt met andere kanalen.
Installeer een waterslagdemper.
Open de klep.
Controleer de werking van de klep met de testmodus.
Bevestig dat de waterdruk en -stroom goed zijn.
Verwijder de plug van het afvoerblok en verwijder het vuil uit de afvoerklep.
Controleer de werking van de klep met de testmodus.
Actie
Vervolg