Inhoudsopgave
Advertenties
Ontluchting: Zijwand
• Plaats de ventilatieopeningen niet waar wind de prestaties kan beïnvloeden
of recirculatie kan veroorzaken, zoals binnenhoeken, in de buurt van
aangrenzende gebouwen of oppervlakken, laag liggende ramen, trappen,
nissen, binnenplaatsen of andere verzonken gebieden.
• Plaats de ventilatieopening niet boven een deur of raam. Condensaat kan
bevriezen, waardoor ijsformaties ontstaan.
• Plaats of bescherm de ventilatieopening zodanig dat condensaatschade
aan buitenafwerkingen wordt voorkomen.
• De ventilatieopening moet worden beëindigd:
• Ten minste 6 ft (1,8 m) van aangrenzende muren.
• Niet dichter dan 12 in (305 mm) onder de dakoverhang.
• Ten minste 3 ft (0,9 m) boven een stuwluchtinlaat binnen 10 ft (3 m).
• Niet dichter dan 12 in (305 mm) onder of horizontaal van een deur of
raam of een andere zwaartekrachtluchtinlaat.
•
De luchtinlaat moet ten minste 12 in (305 mm) boven de grond of de
sneeuwlijn liggen; ten minste 12 in (305 mm) onder het uiteinde van de
ventilatieopening; en de ventilatiepijp mag niet meer dan 24 in (610 mm)
verticaal buiten het gebouw uitsteken, tenzij er steunen worden toegevoegd.
AFBEELDING 56-1: VENTILATIEOPENINGEN IN ZIJWANDEN VOOR GTS-
LUCHTBEVOCHTIGERS VAN DE LX-SERIE
Maximale lengte buitenste
ventilatieleiding 24 in (610 mm)
Rookgasventila-
tiekanaal
Verbrandings-
luchtinlaat
Vogelrooster
56
HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE, BEDIENING EN ONDERHOUD VAN DE LX SERIES
Vogelrooster
12 in
(305 mm)
12 in (305 mm)
OM-7981
Grond-/sneeuwlijn
AFBEELDING 56-2: CONCENTRISCHE
VENTILATIEOPENINGEN IN ZIJWANDEN
VOOR GTS-LUCHTBEVOCHTIGERS VAN
DE LX-SERIE
Grond-/sneeuwlijn
Vogelrooster
Gebruik een T-stuk
in gebieden met
sterke wind
Vogelrooster
Overhang of
dak
Vogelrooster
12 in (305 mm)
12 in (305 mm)
OM-7982
Advertenties
Inhoudsopgave
