Leidingen: Afvoer
AFVOER
Opmerking: Volg de plaatselijke installatievoorschriften
voor de grootte van de afvoerleiding.
• Grootte en type toevoerwateraansluiting staan
vermeld op pagina 26 en 27.
• De afvoerleiding van de luchtbevochtiger moet naar
een goedgekeurde afvoerput of geschikte afvoer
worden geleid.
• Afvoerleidingen moeten een afschot van ten
minste 1% (1/8 in/ft) naar de afvoer hebben. De
plaatselijke installatievoorschriften kunnen een groter
afschot voorschrijven. Raadpleeg de MEP-tekeningen
voor de juiste helling.
• Zorg dat de configuratie van de afvoerleidingen
(diameter, lengte, afschot, ellebogen, hangers,
trechters enz.) toereikend is voor een debiet
van ten minste 12 ga/min (45,4 l/m), voor een
goede afvoerfunctie en om overstroming uit een
open afvoer met luchtspleet te voorkomen. Als er
meerdere afvoerleidingen worden gecombineerd,
moeten de juiste algemene methoden voor
leidingdimensionering worden toegepast.
• Een open afvoer met een luchtspleet van 1 in
(25 mm) tussen de afvoerleidingen en de afvoer
van het gebouw is vereist. Creëer deze luchtspleet
alleen op locaties met voldoende temperatuur en
ventilatie om zgn. "flash" stoom te absorberen en
zo condensatie op oppervlakken in de nabijheid te
voorkomen.
• Er moet een beluchter in de afvoerleiding worden
geïnstalleerd. Zie afbeelding 30-1. Anders
ontstaat er tijdens afvoer een hevelwerking wat het
normale afvoerproces verstoort en waardoor er via
de overloopuitgang stoom in de unit kan belanden.
• De mechanische waterkoeler bevat een
beluchter, dus als de unit een buitenunit is of een
mechanische waterkoeler wordt gebruikt binnen
de behuizing, is er geen extra beluchter nodig.
• Plaats de luchtbevochtiger niet direct boven een
vloerafvoer -- schuim- en afvoerwater dat in de
afvoer wordt gedumpt, veroorzaakt zgn. 'flash'
stoom. Deze stoom stijgt op en kan de elektrische
componenten nat maken, waardoor deze
componenten minder lang meegaan en minder goed
werken.
• Maak een verbinding bij de luchtbevochtiger op de
afvoerleiding.
30
HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE, BEDIENING EN ONDERHOUD VAN DE LX SERIES
AFBEELDING 30-1: VERTICALE AFVOER
Afvoerleidingen moeten
goedgekeurd zijn voor
212 °F (100 °C)
Minimaal
4 in (100 mm)
Normaal open
(fail open)
minimum
Afvoer
rookgascondensaat
(zie pagina 37)
Optionele
condensaatneu-
tralisator
Luchtspleet van 1 in (25 mm)
Open afvoer of beluchter
(door installateur)
OM-8182