Leidingen:
Afvoer
• Hoewel de GTS-bevochtiger een functie voor waterkoeling heeft, moet
eventueel gebruikte niet-metalen afvoerpijp of slang goedgekeurd zijn
voor een minimale continue bedrijfstemperatuur van 212 °F (100 °C).
• De GTS-bevochtiger heeft een extra afvoeruitgang van 20 DN (3/4 in)
op of in de buurt van de cleanoutplaat. Op deze afvoeruitlaat kan tijdens
de installatie een vaste leiding worden aangesloten waardoor de tank
voor onderhoudswerkzaamheden snel kan worden afgetapt. Deze uitlaat
kan ook toegang bieden voor het verwijderen van kalkaanslag van de
tankbodem. Als deze verbinding wordt gebruikt, moet er een koppelstuk
worden geïnstalleerd om het verwijderen van de cleanoutplaat te
vergemakkelijken.
OPTIONELE CONDENSAATPOMP
Als de nabijheid van een afvoer vereist dat de luchtbevochtigerafvoer en het
skimwater omhoog moeten worden gebracht, gebruik dan een waterpomp
met een opbrengst van ten minste 12 ga/min of 45,4 l/min. Op de
pompafvoer is een keerklep vereist (zie afb. 31-1). De voeding van de
pomp moet gescheiden zijn van die van de luchtbevochtiger.
AFBEELDING 31-1: HET OPPOMPEN VAN AFVOERWATER
Inlaatafvoerwaterleidingen, door
installateur te leveren
Opmerking: Gebruik een waterpomp met opbrengst van ten minste 45,4 l/min (12 ga/min).
Afvoerleiding, door installateur te
leveren
Keerklep
Waterpomp
HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE, BEDIENING EN ONDERHOUD VAN DE LX SERIES
LET OP
Heet afvoerwater
Het afvoerwater kan wel 212 °F
(100 °C) heet zijn en kan de
afvoerleidingen beschadigen.
De meeste GTS-eenheden worden
verzonden met geïntegreerde
afvoerwaterkoeling ingeschakeld.
Valideer de status van
afvoerwaterkoeling met gebruik van
het Vapor-logic-display. Zie de IOM
van het Vapor-logic-aanraakscherm
voor instructies.
DC-1117
31