Inhoudsopgave
Advertenties
Buitenbehuizing: Bediening
Als de omgevingstemperatuur in de behuizing lager is dan 50 ºF (10 ºC),
wordt de verwarming ingeschakeld. De verwarming blijft ingeschakeld
totdat de temperatuur in de behuizing is gestegen tot 60 ºF (15,5 ºC). Als
luchtbevochtiging niet nodig is, houdt een aquastat de tanktemperatuur op
de fabrieksstandaard van 50 ºF (10 ºC). Deze temperatuur kan ter plaatse
worden aangepast van 50-180 ºF (10-82 ºC). Als om welke reden dan ook
de tanktemperatuur onder de 40 ºF (4 ºC) daalt, wordt de tank afgetapt om te
voorkomen dat het apparaat bevriest.
Als de temperatuur van de behuizing 85 ºF (29 ºC) bereikt, worden de
ventilatieventilatoren ingeschakeld om de elektronische componenten te koelen.
Als de temperatuur van de behuizing 150 ºF (66 ºC) bereikt, schakelt de
Vapor-logic-controller alle werkende branders uit zodat ventilatieventilatoren de
behuizing kunnen koelen. Als de temperatuur van de behuizing onder 150 ºF
(66 ºC) is gezakt, hervat de GTS-luchtbevochtiger zijn normale werking.
Als de stroom uitvalt, wordt de afvoerklep geopend en wordt de tank afgetapt
om te voorkomen dat het water bevriest. Het water wordt gekoeld met het
mechanische koelapparaat dat wordt geïnstalleerd op alle buitenmodellen van
de LX-serie. Zie pagina 33 voor meer informatie.
AFBEELDING 59-1: BUITENBEHUIZING GEMONTEERD OP
EEN SOKKEL
C
M
P
B
AFBEELDING 59-2: BUITENBEHUIZING DIRECT OP
ONDERGROND GEMONTEERD
C
A
OM-8008
HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE, BEDIENING EN ONDERHOUD VAN DE LX SERIES
A
L
B
OM-8009
59
Advertenties
Inhoudsopgave
