Leidingen: Gas (vervolg)
VOORBEELD
Raadpleeg in dit voorbeeld de tabellen op pagina 40.
Om de grootte van gasleidingen te bepalen, begint u met het berekenen
van het debiet in kubieke voet/uur (ft
volgende formule:
• Btuh (kW) input/calorische waarde van gas
De calorische waarden zijn:
• Aardgas: 1025 Btu/ft
• Propaan: 2500 Btu/ft
Als u bijvoorbeeld een LX-150 op aardgas hebt, berekent u de waarde voor
ft
/u of m
/u als volgt:
3
3
• 183.000 Btuh / 1025 Btu/ft
• 117,2 kW/10,6 kW-uur/m
ft
/u of m
/u. In dit voorbeeld bent u op zoek naar de waarde die
3
3
volgt op 390 ft
/u (11,05 m
3
aangeeft dat voor deze toepassing een leiding van DN32 (1¼ in)
moet worden gebruikt.
Als u hetzelfde voorbeeld gebruikt en de relatieve dichtheid van uw aardgas
0,55 is (in plaats van de 0,60-norm), raadpleegt u tabel 40-2 voor de
omrekenfactor. In dit geval zou de factor 1,04 zijn, die u vermenigvuldigt
met de waarde van 390 ft
van 406 ft
/u (11,49 m
/u). Zie ook nu tabel 40-2: voor dezelfde lengte
3
3
van 60 ft (18 m) lengte moet nu een leiding van DN40 (1½ in) worden
gebruikt vanwege de verandering in de relatieve dichtheid van het gas.
/u) of m
/u met behulp van de
3
3
(10,6 kW-uur/m
)
3
3
(25,9 kW/m
)
3
3
= 178,5 ft
per uur
3
3
= 11,1 m
per uur boven de berekende
3
3
/u): dat is 400 ft
3
/u (11,05 m
/u). Dit geeft u een nieuwe waarde
3
3
HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE, BEDIENING EN ONDERHOUD VAN DE LX SERIES
/u (11,3 m
/u), wat
3
3
Gaslektesten
• Wanneer het gasleidingsysteem op lekkage
wordt getest, koppelt u de luchtbevochtiger
en de gasafsluiter los bij een druk van
meer dan 24 in wc (6 kPa). Isoleer de
luchtbevochtiger van het gasleidingsysteem
door de in het veld geïnstalleerde
handmatige afsluiter te sluiten tijdens elke
druk die niet gelijk is aan 24 in wc (6 kPa).
• Controleer de gastoevoerdruk
bij de inlaatdrukkraan van de
combinatiegasregelklep terwijl de brander
op volle capaciteit werkt.
Voor Noord-Amerikaanse modellen is de
aanbevolen toevoerdruk 7 in wc (1,75 kPa)
voor aardgas of 11 in wc (1,83 kPa)
voor lpg. Ontlucht de gasleidingen zoals
beschreven in ANSI Z223.1 (meest recente
editie) of in Canada CAN/CGA-B149. De
minimale toevoerdruk is 6 in wc (1 kPa)
voor aardgas of lpg.
Voor Europese modellen is de vereiste
toevoerdruk 0,29 of 0,36 psi (20 of
25 mbar) voor aardgas en 0,44, 0,54
of 0,73 psi (30, 37 of 50 mbar) voor
propaan.
41