Geavanceerd (Opnamebeelden)
Omschakelen van de beeldschermweergave
Druk op [DISPLAY] om te wijzigen.
A LCD-monitor
B [DISPLAY] knop
•
Wanneer het menuscherm verschijnt, wordt de [DISPLAY] knop niet
geactiveerd. Tijdens de terugspeelzoomfunctie (P60), als u
bewegende beelden terugspoelt
diavoorstelling (P154), kunt u alleen kiezen tussen "Normale
weergave G" of "Geen weergave I".
In opnamefunctie
C Normale weergave
D Non-display
E Non-display (Opnamerichtlijn)
F Scherm niet afgebeeld
In terugspeelfunctie
G Normaal display
H Display met
opname-informatie
I Non-display
¢1 Als het [HISTOGRAM] in [SET-UP] menu ingesteld is op [ON], zal histogram afgebeeld
worden.
¢2 U kunt tussen de beschikbare opnametijd en het aantal beschikbare opnamebeelden
schakelen door [RESTAANDUID.] in het [SET-UP] menu in te stellen.
¢3 Het patroon van de richtlijnen die afgebeeld worden door de instelling [RICHTLIJNEN] in
[SET-UP] menu instellen.Het is mogelijk om de positie van de richtlijn te verplaatsen als
deze op [
] gezet is.
afgebeeld wilt hebben wanneer de richtlijnen afgebeeld worden.
¢4 Het is pas mogelijk te schakelen tussen schermen wanneer [OPT. ZOEKER]
[OPNAME] functiemenu ingesteld is op [ON]. Het scherm staat normaal gesproken uit.
Elementen zoals de focusicoon
Aantekening
•
In [NACHTPORTRET], [NACHTL. SCHAP], [STERRENHEMEL] en [VUURWERK] in
scènefunctie, is de richtlijn grijs.
Geavanceerd (Opnamebeelden)
(P159)
en tijdens een
¢1, 2
¢1, 3
¢4
10
10
10
¢1
(P65)
U kunt ook instellen of u de opnameinformatie wel of niet
(P46)
en de icoon van de flitsoplading branden echter.
(P92)
- 64 -
(P149)
in het