∫ Instelling van de kleurtint van het beeld m.b.v. het [OPNAME] functiemenu
∫ Wanneer u beelden maakt m.b.v. de Ingebouwde flits
∫ Wanneer u beelden maakt m.b.v. de zoom
∫ Om de belichting af te stellen en beelden te maken op tijden waar het beeld te
donker eruit ziet
∫ Om de kleuren af te stellen en beelden te maken op tijden waar het beeld te rood
eruit ziet
(P131)
∫ Wanneer u bewegende beelden opneemt
Richt de AF-zone op het onderwerp en druk vervolgens de ontspanknop tot de helft in.
D
F
E
A Aanduiding voor de scherpstelling
B AF-zone (normaal)
C AF zone (wanneer u de digitale zoom gebruikt of wanneer het donker is)
D Focusbereik
¢1
E Lensopening
¢1
F Sluitertijd
G ISO-gevoeligheid
¢1 Als er geen correcte belichting verkregen kan worden, zal dit aangegeven worden in het
rood. (Dit zal echter niet aangegeven worden in het rood wanneer de flits gebruikt wordt.)
¢2 Geluidsvolume kan ingesteld worden in [SHUTTER VOL.] (P31).
(P77)
Het focussen
A
Focus
B
Aanduiding voor
de scherpstelling
C
AF-zone
¢2
Geluid
G
Basiskennis
(P54)
(P104)
Wanneer er
scherpgesteld is op
het object
Aan
Wit>Groen
Biept 2 keer
- 46 -
(P67)
Wanneer er niet
scherpgesteld is
op het object
Knippert
Wit>Rood
Biept 4 keer
(P124)