1
Druk op 2/1 om een film te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
•
Als u op het hier rechts getoonde beeldscherm op [DISPLAY]
drukt, wordt een uitleg over iedere Filmmodus weergegeven (als
u weer op [DISPLAY] drukt, keert het beeldscherm terug naar de
vorige weergave).
2
Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
•
U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
∫ Afstellen van elke filmfunctie op de gewenste instelling
1
Druk op 2/1 om een film te selecteren.
2
Druk op 3/4 om een item te selecteren en op 2/1 om af
te stellen.
•
Geregistreerde instellingen worden opgeslagen zelfs als het
toestel uitstaat.
3
Op 3/4 drukken om [GEHEUGEN] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
4
Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
•
U kunt 2 instellingen registeren. ([MIJN FILM 1] en
[MIJN FILM 2])
(Na het registreren, wordt de naam van de filmfunctie die eerder
geregistreerd werd, afgebeeld.)
•
[STANDAARD] is geregistreerd in [MIJN FILM 1] en [STANDAARD] (
in [MIJN FILM 2] op het moment van aankoop.
Onderdeel
[CONTRAST]
[SCHERPTE]
[VERZADIGING]
[RUISREDUCTIE]
Geavanceerd (Opnamebeelden)
Verhoogt het verschil tussen de heldere en donkere vlakken op
[r]
het beeld.
Vermindert het verschil tussen de heldere en donkere vlakken
[s]
op het beeld.
[r] Het beeld is zeer scherp.
[s] Het beeld is onscherp.
[r] De kleuren van het beeld zijn levendig.
[s] De kleuren van het beeld zijn natuurlijker.
Versterkte geruisvermindering. De beeldresolutie kan een beetje
[r]
minder worden.
Minder geruisvermindering. U kunt opnamen met een betere
[s]
resolutie maken.
- 125 -
) is geregistreerd
Effect