U kunt eerst uitvergroten en dan een belangrijk deel van de opname kiezen.
Selecteer [BIJSNIJD.] op het [AFSPELEN] functiemenu.
Druk op 2/1 om het beeld te kiezen en druk
vervolgens op [MENU/SET].
Gebruik het
zoomhendeltje en druk op
3/4/2/1 om de te
knippen delen te
selecteren.
Zoomhendel (T): Vergroting
Zoomhendeltje (W): Reductie
3/4/2/1: Verplaatsen
Op [MENU/SET] drukken.
Op 3 drukken om [JA] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Op [‚] drukken om terug te keren naar het
menuscherm.
•
Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
Aantekening
•
De beeldresolutie van het geknipte beeld zou kleiner kunnen worden dan die van het origineel
afhankelijk van de snijdgrootte.
•
De beeldkwaliteit van het geknipte beeld zal slechter worden.
•
Beelden die met andere apparatuur gemaakt zijn, kunnen wellicht niet geknipt worden.
•
Films, beelden afgedrukt met [TEKST AFDR.] en beelden die opgenomen werden met [
[
] of [
] kunnen niet bijgesneden worden.
•
Informatie m.b.t. de gezichtdetectie in het originele beeld zal niet gekopieerd worden naar
beelden die [BIJSNIJD.] ondergaan hebben.
Geavanceerd (Terugspelen)
[BIJSNIJD.]
Reductie
De positie verplaatsen
- 168 -
(P28)
Vergroting
()
()
],