Voor details over [OPNAME] functiemenu,
De compressiesnelheid instellen waarop de beelden opgeslagen moeten worden.
Toepasbare functies:
[A]:
Fijn (wanneer u de prioriteit geeft aan de beeldkwaliteit)
[›]:
Standaard (wanneer u de standaard beeldkwaliteit gebruikt en het aantal op te
nemen beelden vergroot zonder het aantal pixels te veranderen)
[
]: RAWiFine (Naast de [RAW]-instellingen, wordt er gelijktijdig een vergelijkbaar fijn
JPEG-beeld gemaakt.)
[
]: RAWiStandard (Naast de [RAW]-instellingen, wordt er gelijktijdig een
vergelijkbaar standaard JPEG-beeld gemaakt.)
[
]: RAW-bestand (Als het beeld met een PC bewerkt moet worden tot hoge
2
¢
kwaliteit)
¢1 Als u een RAW-bestand uit de camera verwijdert, wordt het bijbehorende JPEG-beeld ook
verwijderd.
¢2 Deze is vastgesteld op maximum opneembare pixels voor de aspect ratio van elk beeld.
Aantekening
•
Als er een RAW-beeld opgenomen wordt met het ingebouwde geheugen, zal het tijd vergen om
de beeldgegevens te schrijven.
•
P222
lezen voor informatie over het aantal opnamen.
•
U kunt van geavanceerdere beeldbewerking genieten als u RAW-bestanden gebruikt. U kunt
RAW-bestanden in een bestandsformaat (JPEG, TIFF enz.) opslaan die afgebeeld kunnen
worden op uw PC enz., deze ontwikkelen en bewerken m.b.v. de software die beschikbaar is
nadat u uw camera geregistreerd heeft op de Leica Camera AG homepage (zie aparte folder).
•
[
] beelden worden opgenomen met een kleiner gegevensvolume dan [
•
[PRINT INST.] en [FAVORIETEN] kunnen niet ingesteld worden op een beeld dat gemaakt
wordt door [
].
Geavanceerd (Opnamebeelden)
[KWALITEIT]
P28
¢1
- 129 -
raadplegen.
¢1
] of [
].