Het zoomhendeltje op [T] zetten.
1k>2k>4k>8k>16k
•
Wanneer u de zoomhendel naar [W] draait na het
uitvergroten van het beeld, wordt de vergroting lager.
•
Wanneer u de vergroting verandert, verschijnt de aanduiding
van de zoompositie A gedurende ongeveer 1 seconde en
kan de positie van de vergrootte sectie verwijderd worden
door op 3/4/2/1 te drukken.
•
Hoe meer het beeld vergroot wordt, hoe slechter de kwaliteit
ervan wordt.
•
Wanneer u de af te beelden positie verplaatst, verschijnt de
aanduiding van de zoomstand gedurende ongeveer
1 seconde.
∫ De afgebeelde opname schakelen terwijl u de terugspeelzoom behoudt
Tijdens Playback Zoom aan de functieknop op de achterkant draaien om
het beeld te selecteren.
•
U kunt van weergegeven beeld wisselen en dezelfde zoomvergroting en zoompositie voor
Playback Zoom handhaven.
Aantekening
•
U kunt de opnameinformatie op het beeldscherm, enz., ook wissen tijdens Playback Zoom
door op [DISPLAY] te drukken.
•
Gebruik de Knipfunctie om het vergrote beeld op te slaan.
•
Het kan zijn dat de terugspeelzoom niet werkt als de opnamen met andere apparatuur zijn
gemaakt.
•
De zoomvergroting en de zoompositie worden gewist als het toestel wordt uitgeschakeld (met
inbegrip van de Slaapfunctie).
•
De zoompositie keert terug naar het midden in geval van de volgende beelden.
–
Opnamen met verschillende aspectratio's
–
Opnamen met verschillende aantallen pixels
–
Opnamen met een andere draairichting (als [LCD ROTEREN] is ingesteld op [ON])
•
Het afspelen van het zoomen is niet beschikbaar tijdens het afspelen van films.
Basiskennis
De terugspeelzoom gebruiken
- 60 -
A
(P168)