•
[STABILISATIE]
(P146)
•
Bij het opnemen van bewegende beelden, kunnen de volgende functies niet gebruikt worden.
–
[
] en [
] in de [AF MODE] (er zal naar [Ø] geschakeld worden.)
–
Richtingfunctie
–
Extra Optische Zoom
–
[GEZICHT HERK.]
–
[STAPSG. ZOOM]
•
Het wordt aangeraden een geheel opgeladen batterij te gebruiken wanneer u video's maakt.
•
De zoomsnelheid zou lager kunnen zijn dan normaal.
•
Wanneer Snapshotfunctie geselecteerd is in stap
het onderwerp of de opnamesituatie hoort uitgevoerd worden.
∫ Scènedetectie
Wanneer het toestel de optimale scène identificeert, wordt de icoon van de scène in
kwestie in het blauw gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna die terugkeert naar zijn
gewoonlijke rode kleur.
>
[i-PORTRET]
[i-LANDSCHAP]
[i-ZACHT LICHT]
[i-MACRO]
•
[
] is ingesteld als geen van de scènes van toepassing zijn en de standaardinstellingen
ingesteld zijn.
•
Wanneer [
] geselecteerd is, vindt het toestel automatisch het gezicht van een persoon, en
zullen de focus en de belichting afgesteld worden. (Gezichtsdetectie)
Aantekening
•
Raadpleeg
P52
voor instellingen in Snapshotfunctie.
•
Wegens omstandigheden zoals de hieronder genoemde, kan er een andere scène
geïdentificeerd worden voor hetzelfde onderwerp.
–
Onderwerpomstandigheden: Wanneer het gezicht helder of donker is, De grootte van het
onderwerp, De kleur van het onderwerp, De afstand tot het onderwerp, Het contrast van het
onderwerp, Wanneer het onderwerp beweegt
–
Opnameomstandigheden: Zonsondergang, Zonsopgang, In omstandigheden met weinig
licht, Als de camera heen en weer wordt geschud, Als de zoom wordt gebruikt
•
Om beelden te maken in een bedoelde scène, wordt het aangeraden dat u beelden maakt in de
juiste opnamefunctie.
Geavanceerd (Opnamebeelden)
is vast ingesteld op [MODE1] bij het opnemen van video's.
Wanneer er ingesteld is op Snapshotfunctie
1
op pagina 104, kan video-opname die bij
- 107 -
(P135)