Gebruik een externe flitser
Na het bevestigen van een externe flitsereenheid zoals de LEICA CF 22 (beschikbaar als
accessoire, zie P7), zal het effectieve bereik vergroot worden, vergeleken bij de
ingebouwde flitser van de camera.
Voorbereidingen:
•
Zet het toestel uit en sluit de ingebouwde flits.
•
De bescherming van de flitsschoen verwijderen.
∫ Met behulp van de gewijde flits
Bevestig de flitsereenheid aan de flitsschoen A
en zet deze en het toestel vervolgens aan.
•
Zorg ervoor de flitseenheid geheel in de flitsschoen te
steken van de camera.
Selecteer [FLITS] op het [OPNAME]-menu.
Druk op 3/4, selecteer de functie en druk
vervolgens op [MENU/SET].
•
Welk scherm er hier afgebeeld zal worden is afhankelijk van de instelling van de
flitsfunctie van de externe flitseenheid.
Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
•
U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
•
Terwijl de externe flits verbonden is, worden de volgende iconen afgebeeld.
/
: Externe flits actief
/
: Externe flits Gedwongen UIT
∫ Wanneer u commercieel verkrijgbare externe flitsen gebruikt zonder
communicatiefuncties met het toestel
•
In dit geval moet u de belichting instellen op de externe flitslamp. Als u de flitslamp toch wilt
gebruiken in de automatische functie, moet u er een gebruiken waarvoor u het diafragma en de
ISO-gevoeligheid kunt instellen en kunt aanpassen aan die van de camera.
•
Stel de diafragmaprioriteit AE-functie of de handmatige-belichtingsfunctie op de camera in en
stel daarna dezelfde diafragmawaarde en ISO-gevoeligheid in op de externe flitser. (De
belichting kan niet voldoende worden gecompenseerd als de diafragmawaarde in de
sluitertijdprioriteit AE-functie wordt gewijzigd en de externe flitser kan het licht niet voldoende
corrigeren in de Programme AE-functie als de diafragmawaarde niet kan worden gefixeerd.)
Overige
(P11)
(P28)
- 197 -