Stop het opnemen door weer op de bewegend beeldknop te drukken.
•
Als het ingebouwde geheugen of de kaart vol raakt tijdens het opnemen, stopt het
toestel automatisch met opnemen.
•
Het opnemen van een film kan ook gestart/gestopt worden door op de sluitertoets te
drukken.
•
Het geluid zal uit gaan wanneer op de filmknop of op de sluitertoets gedrukt wordt
waarmee aangegeven wordt dat de filmopname start/stopt. Geluidsvolume kan
ingesteld worden in [TOONNIVEAU] (P31).
∫ Instellen van de openingswaarde en sluitertijd voor elke [BELICHT.STAND]
[BELICHT.STAND]
P
A
S
M
Aantekening
•
Lensopening
–
Stel de openingswaarde in op een hogere waarde als u een scherpe achtergrond wenst. Stel
de openingswaarde minder groot in als u de achtergrond niet echt scherp wenst.
•
Sluitertijd
–
Als u een scherpe opname wenst te maken van een snel bewegend object, stelt u een
hogere sluitertijd in. Als u een trail-effect wenst, stelt u een lagere snelheid in.
–
Handmatig instellen van een hogere sluitertijd zou het lawaai op het scherm kunnen doen
toenemen wegens de hogere gevoeligheid.
–
Wanneer u opneemt onder verlichting zoals fluorescent licht, kwiklicht en natriumlicht,
zouden de kleur en de helderheid van het scherm kunnen veranderen.
•
"
Raadpleeg
Opname Bewegend Beeld
het opnemen van bewegende beelden.
•
Geluid van films (Wanneer [OPNAMEFUNCTIE] ingesteld is op [MOTION JPEG]) dat door
dit toestel opgenomen is kan niet afgespeeld worden door digitale camera's van Leica
die eerder dan juli 2008 uitgebracht zijn.
Geavanceerd (Opnamebeelden)
Diafragmawaarde
—
F2.0 tot F11 (Breed)/F3.3 tot F18
(Tele)
—
F2.0 tot F11 (Breed)/F3.3 tot F18
(Tele)
"
op
P104
- 112 -
Sluitertijd (Sec.)
1/30 tot 1/20000ste
1/30 tot 1/20000ste
(Wanneer u de handmatige focus
gebruikt, kan de sluitertijd
ingesteld worden van 1/8 tot
1/20000ste.)
voor andere instellingen en handelingen voor
—