Inhoudsopgave
Advertenties
KENNISGEVING
Indien
het
motortoerental
verhoogd tot boven het stationair
toerental voordat de olie alle delen van
de motor heeft bereikt, kan schade
aan de motor of vastlopen van de
motor het gevolg zijn.
Voer het motortoerental pas op nadat
de motor 30 seconden heeft gedraaid,
zodat de olie volledig kan circuleren.
Controleer of het waarschuwings-
▼
lampje voor lage oliedruk uit blijft.
KENNISGEVING
Als de oliedruk te laag is, gaat het
waarschuwingslampje
branden.
Schakel de motor onmiddellijk uit en
onderzoek de situatie wanneer het
controlelampje voor lage oliedruk blijft
branden.
Indien de motor met een te lage
oliedruk
draait,
motorschade.
Stop de motor en wacht ten minste
▼
vijf minuten zodat de olie kan
zakken.
Controleer nogmaals het motorolie-
▼
peil. Corrigeer het zo nodig, zie
pagina 94.
ONDERHOUD EN AFSTELLING
wordt
lage
oliedruk
ontstaat
ernstige
Plaats het motordeksel linksvoor
▼
en monteer de bevestigingen. Vast-
zetten met 11 Nm.
2
2
clel
1.
Motordeksel linksvoor
2.
Bevestigingen
Plaats de sierkap op het linker-
▼
voordeksel en monteer de twee
bevestigingen. Vastzetten met 7 Nm.
99
1
2
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
