Schakelaars rechter handgreep
5
4
cldy
1.
Start- stopschakelaar motor
2.
Schakelaar alarmknipperlichten
3.
Startknop
4.
Stand AAN
5.
Stand STOP
Stand STOP
De stopstand is bedoeld voor gebruik
in een noodgeval. Indien zich een nood-
geval voordoet waarbij het noodzakelijk
is de motor uit te zetten, zet u de draai/
stop- schakelaar in de stand STOP.
KENNISGEVING
Hoewel de motorstopschakelaar de
motor uitschakelt, worden hierdoor
niet alle elektrische circuits uitgescha-
keld. Dit kan leiden tot problemen met
het opnieuw starten van de motor
door een ontladen accu. Normaliter
dient uitsluitend de contactschakelaar
te worden gebruikt om de motor te
stoppen.
Laat de contactschakelaar niet in de
stand ON (AAN) staan wanneer de
motor niet draait, omdat dit kan leiden
tot schade aan elektrische onderdelen
en ontlading van de accu.
ALGEMENE INFORMATIE
Stand DRAAIEN
Om met de motorfiets te kunnen rijden,
moet niet alleen de contactschakelaar
1
in de stand ON (AAN) staan, maar moet
ook de draai/stop- schakelaar in de
stand DRAAIEN staan.
Startknop
2
De startknop bedient de elektrische
startinrichting.
3
De startinrichting werkt niet als de
zijstandaard is uitgeklapt en er een
versnelling is ingeschakeld.
Schakelaar alarmknipperlichten
Om
de
zetten, drukt u de alarmknipperlicht-
schakelaar naar links.
De alarmknipperlichten werken alleen
als het contact op ON (AAN) staat.
De alarmknipperlichten blijven aan als
het contact wordt uitgeschakeld, totdat
de
alarmknipperlichtschakelaar
rechts wordt geduwd.
KENNISGEVING
alarmknipperlichten
45
aan
te
naar