14. Klemmen van de ECG-kabels verbinden met de afzonderlijke
ECG-elektroden.
Correct aangesloten ECG-elektroden worden gemarkeerd met
een vinkje. De extremiteiten-elektroden worden pas
weergegeven als alle extremiteiten-elektroden zijn
aangebracht. Bij borstwand-elektroden wordt elke borstwand-
elektrode afzonderlijk weergegeven.
15. Controleren of de op het apparaat weergegeven ECG-curven
voor de 12-kanaal-ECG-registratie geldig zijn.
MEDUCORE Standard
6 Bediening
2
NL
183