5. Indien nodig: de volgende SpO
6. Indien nodig: alarmgrenzen in het gebruikersmenu instellen
7. Indien nodig: polssignaal uitschakelen met de functietoets
8. Bij artefacten in de SpO
Resultaat
Er wordt een pulsoxymetrie-monitoring uitgevoerd.
6.10 6-kanaal-ECG-monitoring
6.10.1 6-kanaal-ECG-monitoring voorbereiden
Voorwaarde
•
•
gebruikersmenu aanbrengen
pagina
271):
•
Voedingssnelheid van het plethysmogram aanpassen
•
Aan de weergave van het polssignaal prioriteit geven boven
de akoestische weergave van het hartfrequentiesignaal,
zodat de toonhoogte afhankelijk van de zuurstofsaturatie
wordt weergegeven, ook al zijn ECG-kabels of defibrillatie-
elektroden aangesloten op de patiënt.
(zie "10.3.1 Alarminstellingen", pagina
of
Auto-alarmgrenzen in het gebruiksmenu instellen
"9 Gebruiksmenu", pagina
hartfrequentiesignaal/polssignaal.
(balk in het parameterveld SpO
extremiteit van de patiënt herpositioneren.
Het apparaat is ingeschakeld
pagina
122).
Er is een patiëntengroep gekozen
kiezen", pagina
124).
-instellingen in het
2
(zie "10.3.4 SpO
265).
257).
-curve of onvoldoende signaalkwaliteit
2
): pulsoxymetriesensor aan de
2
(zie "6.1 Apparaat inschakelen",
(zie "6.4 Patiëntengroep
MEDUCORE Standard
6 Bediening
-instellingen",
2
(zie
2
NL
171