In ruimtes met een verhoogd risico op brand of explosie gelden bijzondere voor-
schriften.
- geldende nationale en internationale bepalingen in acht nemen.
Stroombronnen voor werkzaamheden in ruimten met een verhoogd elektrisch ri-
sico (bijvoorbeeld ketels) moeten zijn voorzien van het symbool (Safety). De
stroombron zelf mag zich echter niet in zulke ruimten bevinden.
Verbrandingsgevaar door uittredend koelmiddel. Het koelapparaat uitschakelen
voordat u de aansluiting van de koelmiddeltoevoer/-afvoer afkoppelt.
Bij het werken met koelmiddel de aanwijzingen op het veiligheidsinformatieblad
voor het koelmiddel in acht nemen. U kunt het veiligheidsinformatieblad aanvra-
gen via de servicedienst van de fabrikant of downloaden op diens website.
Gebruik voor het kraantransport van apparaten uitsluitend geschikte lastopna-
memiddelen van de fabrikant.
-
-
-
Bij kraanophanging van de draadaanvoer tijdens het lassen altijd een geschikte,
isolerende draadaanvoerophanging gebruiken (MIG/MAG- en TIG-apparaten).
Als het apparaat is voorzien van een draagriem of -greep, mag deze uitsluitend
worden gebruikt om het apparaat met de hand te dragen. De draagriem/-greep is
niet geschikt voor transport van het apparaat per kraan, vorkheftruck of ander
mechanisch hefwerktuig.
Alle aanslagmiddelen (riemen, beugels, kettingen enz.) die voor het transport van
het apparaat of onderdelen ervan worden gebruikt, moeten regelmatig worden
gecontroleerd (bijvoorbeeld op mechanische beschadigingen, corrosie en aantas-
ting door omgevingsinvloeden).
Interval en omvang van deze controles moeten minimaal voldoen aan de gelden-
de nationale normen en richtlijnen.
Bij gebruik van een adapter voor de beschermgasaansluiting bestaat het gevaar
dat er onopgemerkt kleur- en reukloos beschermgas vrijkomt. Het is daarom ver-
standig om vóór het monteren de schroefdraad aan apparaatzijde van de adapter
voor de beschermgasaansluiting met geschikte Teflon-tape te omwikkelen.
Eisen aan het be-
Vooral bij ringleidingen kan verontreinigd beschermgas leiden tot schade aan de
schermgas
apparatuur en tot een vermindering van de laskwaliteit.
Het beschermgas moet aan de volgende kwaliteitseisen voldoen:
-
-
-
Gebruik indien nodig filters!
Gevaar door be-
Beschermgasflessen bevatten gas onder druk. Beschadigde flessen kunnen ex-
schermgasfles-
ploderen. Aangezien beschermgasflessen deel uitmaken van de lasuitrusting,
sen
moet er uiterst voorzichtig mee worden omgegaan.
Stel beschermgasflessen met verdicht gas niet bloot aan te grote hitte, mecha-
nisch geweld, slak, open vuur, vonken en lasbogen.
12
Bevestig kettingen of kabels aan alle hiervoor bestemde ophangpunten op
het geschikte lastopnamemiddel.
De kettingen of kabels moeten een zo klein mogelijke afwijking van hun lood-
rechte stand hebben.
Verwijder gasflessen en draadtoevoer (MIG/MAG- en TIG-apparaten).
Deeltjesgrootte van vaste stoffen < 40 µm
Druk-dauwpunt < -20 °C
Max. oliegehalte < 25 mg/m³