WAARSCHUWING
•
Raak tijdens het ontladen geen
metalen terminal van het
ontladingspunt, het ontladingspunt
in het voertuig of de oplaadpoort
van het voertuig aan.
•
Stop onmiddellijk met ontladen als
er afwijkingen zijn, zoals een
vreemde geur en/of rook.
•
Zie "Oplaadinstructies" voor
veiligheidswaarschuwingen voor
opladen.
•
Bewaar het product op een koele en
droge plaats wanneer het niet in
gebruik is.
•
Plaats de apparatuur tijdens het
opladen niet in de kofferruimte,
onder de voorkant van het voertuig
of in de buurt van de banden.
•
Voorkom bij gebruik van de
apparatuur dat deze door het
voertuig wordt overreden, valt of
wordt vertrapt.
•
Laat de apparatuur nooit vallen en
verplaats deze nooit door direct aan
de kabel aan te trekken. Wees
voorzichtig bij het verplaatsen van
de apparatuur.
•
Gebruik het ontladingsapparaat
nooit als de kabel van de
stekkerdoos zacht is geworden, de
kabel van de oplaadconnector
versleten is, de isolatielaag
gebarsten is of er andere schade is
ontstaan.
•
Gebruik het apparaat nooit als de
ontlaadconnector of stekkerdoos is
losgekoppeld of kapot is, of als er
tekenen zijn van oppervlakteschade.
94
VOORZICHTIG
•
Raadpleeg voor
voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot het gebruik van het
ontladingsapparaat artikel 3 van
"Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot het opladen".
•
Bevestig vóór het ontladen de
laadstatus van het voertuig en schat
de resterende actieradius in.
HERINNERING
•
De V2L-functie wordt alleen
aanbevolen als de laadstatus hoog
is.
•
De V2L-functie is beperkt wanneer
de laadstatus van het voertuig laag
is.
Ontladen
Ontladen
• Schakel de antidiefstalmodus van het
voertuig uit voordat u gaat ontladen.
• Ontgrendel de klepschakelaar van de
laadpoort en open vervolgens de
poortdeur en de dop.
• Controleer voor het ontladen:
• Zorg ervoor dat de accucapaciteit
van het te ontladen voertuig niet
lager is dan 15%.
• Zorg ervoor dat de behuizing van
het V2L-aansluitapparaat niet
gebarsten is en dat de stekker vrij is
van roest of obstructies.
• Zorg ervoor dat er geen water of
vreemd materiaal in de oplaadpoort
zit en dat de metalen aansluitingen
niet beschadigd en vrij van roest of
corrosie zijn.