Inhoudsopgave
Advertenties
• Druk op de aan/uit-knop ② terwijl u
het rempedaal ① indrukt.
• Het voertuig is rijklaar als de OK-
indicator op het instrumentenpaneel
gaat branden.
Als het voertuig niet kan worden
gestart:
• Nadat u op de START/STOP-knop heeft
gedrukt, gaat het
waarschuwingslampje van de smartkey
branden, klinkt er een piep en wordt
het bericht "No key detected" (Geen
sleutel gedetecteerd) weergegeven op
het instrumentenpaneel. Dit betekent
dat de sleutel zich niet in het voertuig
bevindt of niet kan worden
gedetecteerd als gevolg van
interferentie.
• De sleutel bevindt zich op een plek
waar het niet gedetecteerd kan
worden, zoals op de vloer, in de
bekerhouder, kofferruimte of
opbergcompartiment.
HERINNERING
•
Het voertuig kan niet worden
gestart wanneer de elektronische
sleutel langer dan 1 minuut stilstaat
(afhankelijk van de configuratie van
het voertuig).
Het voertuig starten in noodgevallen:
• Schakel de parkeerrem stevig in.
118
• Schakel alle onnodige lampen en
accessoires uit.
• Schakel het contact uit.
• De elektronische smartkey is in het
voertuig.
• Houd de smartkey-startknop langer
dan 15 seconden ingedrukt.
VOORZICHTIG
•
Raak de aan-/uitknop niet aan
tijdens het rijden.
Starten op afstand
Voordat u begint
1. De aan-/uitmodus is "OFF" (UIT).
2. De versnellingspook staat in "P".
3. De snelheid van het voertuig is minder
dan 5 km/u.
Starten op afstand met de
elektronische smartkey
1. Houd de start-stopknop op afstand op
de elektronische smartkey twee
seconden ingedrukt om het voertuig te
starten. Nadat het voertuig is gestart,
knipperen de richtingaanwijzers drie
keer.
2. Als er binnen 10 minuten na starten op
afstand geen geldige handeling
plaatsvindt, stopt het voertuig en
wordt het uitgeschakeld en knipperen
de richtingaanwijzers tweemaal.
3. Nadat het voertuig is gestart, schakelt
u het contact uit door de
start/stopknop op afstand op de
smartkey twee seconden ingedrukt te
houden. De richtingaanwijzers
knipperen tweemaal.
Advertenties
Inhoudsopgave
