VOORZICHTIG
•
Aardingsinstructies voor
laadapparatuur: De apparatuur
moet goed geaard zijn. In geval van
storing of schade aan de apparatuur
zorgt de aardingskabel voor een
minimale impedantie voor de
ontlading van het circuit en
vermindert zo het risico op
elektrische schokken.
•
De stekker moet worden gekoppeld
aan een correct geïnstalleerd en
goed geaard voedingscontact.
HERINNERING
•
De oplaadkabel mag tijdens het
opladen niet in een spiraal worden
geplaatst, omdat dit de
warmteafvoer beïnvloedt.
•
Zie de oplaadinstructies voor
specifieke voorzorgsmaatregelen
voor opladen.
WAARSCHUWING
•
Zie "Oplaadinstructies" voor
veiligheidswaarschuwingen voor
opladen.
•
De hoogst toegestane
bedrijfstemperatuur voor het
product is 50 °C. Bewaar het
product op een koele en droge
plaats wanneer het niet in gebruik
is.
•
Plaats de apparatuur tijdens het
opladen niet in de kofferruimte,
onder de voorkant van het voertuig
of in de buurt van de banden.
•
Voorkom bij gebruik van de
apparatuur dat deze door het
voertuig wordt overreden, valt of
wordt vertrapt.
WAARSCHUWING
•
Laat de apparatuur nooit vallen en
trek nooit rechtstreeks aan de kabel.
Wees voorzichtig bij het verplaatsen
van de apparatuur.
•
Het is ten strengste verboden om de
oplaadapparatuur en de
bijbehorende poorten te wijzigen,
demonteren of repareren.
•
Het wordt afgeraden om extra
draad of adapter of connector te
gebruiken. Als een extra adapter
nodig is, kies dan een geschikte
kabeldiameter (≥1,5 mm²) en de
adapter- of connectorparameters
moeten voldoen aan de vereisten.
•
Gebruik de oplaadapparatuur nooit
als de kabel van de
huishoudstekkerdoos zacht is
geworden, de kabel van de
oplaadconnector versleten is, de
isolatielaag gebarsten is of er
andere schade is ontstaan.
•
Gebruik de apparatuur nooit als de
laadstekker, stekker of
connectordoos is losgekoppeld,
gebroken of als er tekenen van
oppervlaktebeschadiging zijn.
•
Open en sluit de deur van de
laadpoort niet herhaaldelijk om
storingen te voorkomen.
2. Opladen
• Schakel het voertuig uit.
• Terwijl de deuren ontgrendeld zijn,
drukt u op de klep van de oplaadpoort
om deze te openen.
04
89