• Houd de voorwielen goed uitgelijnd,
rijd niet tegen trottoirbanden en rijd
langzaam op ruw terrein. Een
verkeerde uitlijning van de voorwielen
verhoogt niet alleen de bandenslijtage,
maar verhoogt ook de belasting van de
aandrijflijn en het stroomverbruik.
• Houd de onderkant van het voertuig
schoon en moddervrij. Dit vermindert
het gewicht van het voertuig en
voorkomt corrosie.
HERINNERING
•
Laat het voertuig niet uitrollen in de
neutrale versnelling.
Bagage vervoeren
• Dit voertuig heeft meerdere
opslagruimtes waar u gemakkelijk
spullen kunt bewaren. Overbelasting of
onjuiste aanpassing kan de
wendbaarheid, stabiliteit en normale
werking van het voertuig beïnvloeden
en de veiligheid ervan verminderen.
• Het handschoenenvak, de
opbergvakken op de interieurpanelen
en de zakken op de rugleuning van de
stoelen zijn bedoeld voor kleine en
lichte voorwerpen, terwijl de
kofferruimte bedoeld is voor grote en
zware voorwerpen.
• Lange items kunnen worden geladen
door de rugleuningen van de stoelen
achterin in te klappen. Overbelasting of
onjuiste aanpassing kan de
wendbaarheid, stabiliteit en normale
werking van het voertuig beïnvloeden
en de veiligheid ervan verminderen.
• Zorg ervoor dat de totale lading van
het voertuig (voertuig + passagiers +
bagage) binnen het opgegeven
maximumgewicht blijft.
WAARSCHUWING
•
Overbelasting en onjuiste opslag
kunnen de stabiliteit en controle
over het voertuig beïnvloeden, wat
kan leiden tot ongevallen.
•
Neem de maximale gewichtslimiet
en andere laadrichtlijnen in deze
handleiding in acht.
•
Neem geen zeer magnetische
voorwerpen mee, want ze kunnen
de bedrijfsfuncties van het voertuig
verstoren.
Voorwerpen vervoeren in de
passagiersruimte
• Alle voorwerpen die bij een botsing
naar binnen kunnen worden
geslingerd en daardoor inzittenden
kunnen verwonden, moeten op de
juiste wijze worden geplaatst en
vastgezet.
• Plaats geen voorwerpen aan de
binnenkant van de voorruit. Anders
blokkeren deze objecten het zicht van
de bestuurder en worden deze bij een
botsing het voertuig in geslingerd.
• Zorg ervoor dat voorwerpen die achter
de stoel voorin op de vloer worden
geplaatst niet onder de stoel kunnen
rollen, om te voorkomen dat de
bestuurder de pedalen of de normale
stoelafstelling kan kan bedienen.
Stapel items niet op tot een hoogte die
hoger is dan de rugleuningen van de
voorstoelen.
• Zorg ervoor dat het handschoenvak
altijd gesloten is tijdens het rijden. Als
het handschoenenvak open is, kunnen
de knieën van de inzittende letsel
oplopen bij een botsing of een
noodstop.
04
113