achtergrondverlichting van de centrale
vergrendelingsknop aan als het
voertuig wordt vergrendeld en uit als
het voertuig ontgrendeld.
• Door op de centrale
vergrendelingsknop te drukken,
worden alle portieren vergrendeld,
zodat elke poging om een portier van
buitenaf te openen mislukt. Trek nu
aan de portiergreep aan de
binnenzijde om een portier te
ontgrendelen en trek nogmaals om het
te openen.
noodvergrendeling voertuig met
mechanische sleutel
Wanneer het centrale
vergrendelingssysteem of de smartkey
uitvalt, gebruikt u de mechanische sleutel
voor noodvergrendeling of -
ontgrendeling.
Vergrendelen
1. Verwijder de mechanische sleutel van
de smartkey.
2. Open alle portieren behalve het
bestuurdersportier en beweeg de
schuif omlaag met de mechanische
sleutel zoals afgebeeld. U kunt de
portieren vervolgens vergrendelen
door ze te sluiten.
3. Open het bestuurdersportier nadat u
de drie portieren hebt vergrendeld.
58
4. Steek de mechanische sleutel in het
sleutelgat, draai hem zo ver mogelijk
linksom, zet hem terug in de
beginpositie en trek hem eruit. (Zie
"Vergrendelen/ontgrendelen met
mechanische sleutel" in dit hoofdstuk.)
Ontgrendelen
1. Verwijder de mechanische sleutel van
de smartkey.
2. Steek de mechanische sleutel in het
sleutelgat, draai hem zover mogelijk
rechtsom, zet hem terug in de
beginpositie en trek hem eruit.
3. Trek tweemaal aan de hendel aan de
binnenkant om de drie andere
portieren te ontgrendelen.
Slim toegangs- en
startsysteem
Gebruik de smartkey om de portieren van
het voertuig te ontgrendelen of te
vergrendelen en het voertuig te starten.
Toegang
Gebruik de smartkey om de
voertuigdeuren te ontgrendelen of te
P51
vergrendelen (Zie
Starten
Druk met de smartkey in het voertuig op
het rempedaal en de START-STOPKNOP
om het voertuig te starten. (Zie
Antenneposities
① Binnenantenne
② Buitenantenne
).
P117
.)