WAARSCHUWING
•
Plaats indien mogelijk zware
voorwerpen in de aanhangwagen
in de buurt van de as om de
interferentie met het
combinatieauto in geval van
slingering te verminderen.
•
Zorg ervoor dat de kabel van de
aanhanger niet in contact komt
met of op de grond sleept en bij
bochten voldoende speling heeft.
•
Berg de trekhaak op wanneer deze
niet wordt gebruikt.
•
Beginnen met rijden:
•
Start het voertuig soepel en
vermijd plotselinge acceleratie en
noodrem, anders kan het voertuig
onbeheersbaar zijn door
uitglijden, vooral op een gladde
weg.
•
Zijwind of oneffen wegen kunnen
ervoor zorgen dat het voertuig
gaat slingeren, wat kan leiden tot
problemen bij het besturen van
het voertuig. In elke situatie,
wanneer u een lichte slingering
van het voertuig opmerkt, houdt u
het stuur stevig met beide handen
vast en vertraagt u geleidelijk.
Probeer nooit slingeren te
elimineren door de snelheid te
verhogen.
•
Een ongeladen sleepauto in
combinatie met een geladen
aanhangwagen zal een onjuiste
verdeling van de lading
veroorzaken. Als dit onvermijdelijk
is, rijd dan langzaam.
•
Remmen:
•
Plotseling remmen kan leiden tot
slippen, schade aan de bodem of
verlies van controle.
104
WAARSCHUWING
•
Verdubbel ten minste de normale
volgafstand, omdat de
remafstand van het voertuig
toeneemt wanneer er een
aanhangwagen wordt gesleept.
•
Inhalen:
•
Een trekkend auto heeft een
langere afstand nodig om in te
halen.
•
Achteruitrijden:
•
Wees voorzichtig met het
bedienen en acheruit rijden op
lage snelheid, omdat
achteruitrijden tijdens het slepen
moeilijk is.
•
Draaien:
•
Wanneer u een bocht maakt,
schakel dan tijdig de
knipperlichten in, vermijd waar
mogelijk stoten of plotselinge
bochten en houd het voertuig stil.
•
Zorg tijdens het draaien voor een
grotere radius dan normaal om te
voorkomen dat de aanhanger
tegen stoepranden,
verkeersborden, bomen of andere
obstakels botst.
•
Parkeren op een helling:
•
Vermijd parkeren op een helling.
Als parkeren op een helling
absoluut noodzakelijk is, mag de
helling niet groter zijn dan 12% en
moet u de wielen blokkeren:
1.
Terwijl één persoon het
rempedaal ingedrukt houdt,
plaatst de andere de
wielblokken onder de wielen
aan de lage zijde van de
banden.