Inhoudsopgave
Advertenties
en dan een
Ya
slag worden
gedraaid.
De
pen bevindt zich
dan
in
stand
1;
de
vorstbeveiliger
is
buiten
werking
gesteld.
Leidingfilters
In het
leidingcircuit tussen
de
lucht-
ketels
en het voetrempedaal bevinden
zich nabij
dit
laatste,
twee
leiding-
filters
(1 in afb.33).Deze
dienen
regelmatig
te
worden
schoongemaakt
(zie
PERIODIEK
ONDERHOUD) waar-
voor de
moer
(zie afb.
33)
moet
STUURIN
De
wagen
kan ziin
uitgerust
met
een
mechanisch
stuur
of
met
een
hydraulisch
bekrachtigd
stuur.
Het
olieniveau
in
het
huis van
het
mechanisch
stuur dient
alleen
perio-
diek
te
worden
gecontroleerd
en
eventueel
op peil
te
worden
gebracht.
Bij
het
hydraulisch bekrachtigd
stuur
dient de
hydraulische
vloeistof
tevens
als
smeermiddel
voor het
stuurhuis.
Bij dit
type stuur dient
onderscheid
te
worden
gemaakt
tussen
olievulling
(voor
de
eerste
maal) en
olie bijvulling.
1o2/29
Afb.
34
Voorraadtankje
1.
Vuldop
met
peilstokje
2.
Centrale
bout
worden
losgedraaid.
v
1
Afb.
3iÍl
Leidingfilters
RICHTING
Olievulling
Crick eerst
de vooras op, zodat
beide
wielen
vrii
Yan
de
grond
staan.
Het
vullen van het stuurhuis en
de
stuur-
pomp geschiedt
door
de
vuloPening
(1
in
afb. 34)
in
het
voorraadtankje,
hetwelk zich rechts van het motorblok
bevindt.
Bij de
eerste
vulling
of bij
olie
verversen
moet
dit
tankje eerst
tot
boven aan
de
rand
met
olie
worden
gevuld (hierbij verdient
het
aan-
beveling
de deksel van
het voorraad-
tankje, door
uitnemen van
de
centrale
bout
(2 in
afb.
34),
te
verwijderen).
Daarna
moet
de motor worden gestart;
het
toerental
mag 'niet
boven stationair
uitgaan.
Het
olieniveau
in
het
voor-
raadtankje
zal nu
zakken
en
daarom
moet
er
olie
worden bijgevuld
opdat
het voorraadtankje
niet door de
pomp
wordt
leeggezogen.
Daalt
het
olie-
niveau
niet
verder dan
kan
met
de
ontluchting
worden
begonnen. Hiertoe
moet
het
stuurwiel
meerdere
malen
van aanslag
tot
aanslag heen en weer
worden gedraaid,
opdat
de in
het
systeem
aanwezige
lucht
via
het
voorraadtankje
kan
ontwijken.
Er moet
zo
lang
worden bijgevuld
tot
het
olie-
niveau bij
draaiende motor
en
ontlucht
systeem
niet
meer onder
de
bovenste
merkstreep van
het oliepeilstokje
zakt.
1o2/28
29
Advertenties
Inhoudsopgave
