Alvorens
weg te
rijden controleer eerst:
1.
De
banden
of
deze
op de
juiste
spanning
zijn
en of
deze
eventueel
ztjn
beschadigd.
2.
De
verlichting, stoplichten, richting-
aanwijzers
en
claxon.
3.
Dat de
bestuurderszitplaats
in
de
voor de
betreffende
bestuurder
goede stand
staat.
Dat de
bu
itenspiegels,
gezlen
vanaf
de
bestuurderszitplaats
in
de
juiste
stand
staan.
Of de
zwarte
wijzer van
de
lucht-
drukmeters
minstens 4 kg/cmz aan-
geeft
en de
zoemer
opgehouden
heeft met
zoemen.
RIJDEN
SCHAKELEN
Waarschuwing:
Daar
dit
chassis
is
uitgerust
met
luchtdruk-mechanisch
bediende
remmen
kan
eÍ,
wanneer geen
of
onvoldoende
luchtdruk in
de
voor-
raadketels
aanwezig
is,
met
de
voetrem
volstrekt
n
iet
worden
geremd,
dus
ook niet
met
een
vergrote kracht op het
rempedaal.
Wel kan
met
de
handrem worden
geremd
daar
deze
direct
mecha-
nisch
op de
achterwielen
werkt.
6.
Of de
handrem
vrij
staat.
Na vorengenoemde punten
te
hebben
gecontroleerd en
de
motor draait,
kan
worden
weggereden.
4.
1s
I
't
t
Voor het
kiezen
van
de,,achteruit"
(R)
of de 1e
versnelling
dient
de
versnellingshefboom
eerst door
de
vergrendeling
naar links
te
worden
gedrukt, waarna dan
in de
,,achteruit"
of in de
1e
versnelling
kan
worden
geschakeld
(zie afb.
1
6).
61
/15
Afb.
l6
Schakelschema
De
4e versnelling
is
een
zgn.,,prise
direct;' verhouding en de 5e
versnet-
ling een,overdrive"
verhouding.
Gebruik
nooit
kracht
om de
ver-
snelllngshef
boom
te
bedienen
doch
beweeg
deze
soepel
en
zover
als deze
wil
gaan.
Bovendien
kan
dit
chassis
zijn
uit-
gerust met
een
schakelbare
dubbele
reductie in de
achteras.
De bediening hiervan
geschiedt
d.m.v.
een
schakelknop,
die
aan
de
versnellingshefboom
is
gemonteerd
(zie
12
in afb.
8).
De
ingedrukte
stand
van
de
knop
komt overeen met een
achterasover-
brenging,
die op de
weg een
lage
snelheid
geeft
bij
een
grote trekkracht
(hier
te
noemen overbrenging
A).
De
uitgetrokken stand
van
de
knop
komt overeen met een
overbrenging,
die
op de weg in
verhouding
een
hogere snelheid
geeft
bij
een kleinere
trekkracht
(hier te
noemen
over-
brenging
B).
Het
indrukken
of
uittrekken
van
de
knop
kan
gedurende
het rijden
in
iedere versnelling
plaatsvinden.
Het
is
echter
gewenst
hierbij
steeds
te
ontkoppelen,
terwijl
verder
rekening
ffi-
15