Hoofdschakelaar
De
sleutel
van
deze schakelaar (15
in
af
b.
8) is
afneembaar. Wanneer
de
steutel
los
staat
of is
verwijderd,'
is
de hele door DAF
gemonteerde
electrische
installatie
spanningsloos.
Wanneer
dus aan de
electrische
installatie
moet
worden gewerkt,
ver-
dient
het
aanbeveling
om
eerst
de
hoofdschakelaar
uit
te
draaien,
e.e.a.
om kortsluiting
te
voorkomen.
Stopmanette
De stopmannette (17 tn afb. 8)
is
door
middel
van een
bowdenkabel
ver-
bonden
met
de
stophef
boom
van
dè
brandstofpomp.
Wanneer
de
manette
'omlaag
wordt
gedrukt,
wordt de
stop-
hefboom
in de
nulstand
getrokken,
waardoor
de
brandstofpomp
geen
brandstofinspuiting kan
geven.
Versnellingshefboom
Bij deze
versnellingsbak
is
de
4e versnelling
een
zgn.,,prise-direct"
verhouding en
de
5e versnelling
een
,,overdrive" verhouding
(R
:
achter-
uit). Bovendien
is bij deze
versnellings-
bak de
2e
tot
en met de 5e
versnelling
gesynchroniseerd,
zodat
bij
het op-'
en
terugschakelen niet van
de
dubbele
ontkoppelingsmethode
behoeft
te
worden gebruik
gemaakt.
Achterasschakelknop
Wanneer de achteras
van een
schakel-
bare
dubbele overbrenging
is
voor-
zien, bevindt
zich
aan de
versnellings-
hefboom
een
schakelknop
(12
in
afb.8) voor
electrische
bediening
van deze
overbrenging.
Het
gebruik
h
iervan wordt onder het
hoofd
,,Schakelas"
behandeld
(zie blz.
15).
Handrem
Voor
het aantrekken van
de
handrem-
hefboom
dient eerst
de
knop,
welke
zich
op deze
bevindt,
te
worden
ingedrukt.
Met
ingedrukte knop
dient
î0
nu de
hef
boom geheel
te
worden
aangetrokken
en
daarna
de
knop
te
worden losgelaten.
Om
zeker
te
ziin
dat de
handrem
goed is
aangetrokken
kan daarna nog
de
handremhef boom
worden
nagetrokken echter zonder
de
knop
in
te
drukken.
Voor
het vrijzetten van
de
rem
dient
de
hef
boom
iets te
worden
aan-
getrokken en dan de
knoP
te
worden
ingedrukt
en
dan kan
de
hefboom
worden
neergedrukt.
Gecombineerde
contact-
|
ichtsch
akelaar
De sleutel
van
deze schakelaar (11
in
af
b. 8)
kan
half
of
geheel
worden
ingedrukt.
Bij half
ingedrukte
stand
kan
de
sleutel
in
twee
standen
naar
rechts
worden gedraaid;
in
stand
1 is
het
stadslicht ontstoken
en in
stand
2
is,
naar gelang
de
stand
van
de
dim-
schakelaar,
het dim-
of
het grootlicht
ontstoken.
Wanneer
de
sleutel geheel
is
ingedrukt
staat
het
contact
,,aan", hetgeen ken-
baar
is
door o.a. het
branden van
het
rode
laadstroom-controlelampje
op
het
instrumentenbord.
Ook
in
deze
geheel
ingedrukte stand
kan de
sleutel
naar rechts worden gedraaid
om
de
verlichting
te
ontsteken.
Wanneer
de
sleutel
in
stand
1 of 2
staat
kan
de
sleutel altijd worden
uitgetrokken,
waarna
dan
het
contact
,,uit"
is,
doch
de verlichting
ingeschakeld blijft.
I
nstrumenten
bordverlichti
ng
Door
de
knop
van
de
schakelaar
(5 in
afb.
8) uit te
trekken
wordt
de
verlichting
van het
instrumentenbord
ontstoken. Deze
verlichting
is
onaf-
hankelijk van het stads-
of
grootlicht.
Controlelarnpies
Er
bevinden
zich vier
gekleurde
controlelampjes
dicht
bij
elkaar
(6
in
af
b.
8).