Inhoudsopgave
Advertenties
5
Inbedrijfstelling
5.1
Vaatwasmachine opstellen
De locatie waar de machine wordt opgesteld moet vorstvrij zijn, zodat de watervoerende systemen niet bevriezen.
Ø Plaats de vaatwasmachine met behulp van een waterpas horizontaal.
Ø Compenseer oneffenheden op de vloer met behulp van de in hoogte verstelbare machinepootjes.
Ø Aanwijzing: Machinepootjes kunnen voor het transport worden ingeschoven. Zorg ervoor dat alle benodigde ma-
chinepootjes bij installatie volledig zijn uitgeschoven.
Ø WAARSCHUWING! Brandgevaar door koudemiddellekkage in vaatwasmachines met warmtepomp! Houd reke-
ning met de minimale grootte van de ruimte voor installatie en bediening
5.2
Vaatwasmachine aansluiten
De vaatwasmachine en de eventuele bijbehorende apparaten moeten door een erkend installateur volgens de ter plaatse
geldende normen en voorschriften worden aangesloten.
5.2.1 Wateraansluiting
De vaatwasmachine moet via de meegeleverde vuilvanger met de schoonwaterleiding worden verbonden, zodat de wa-
tertechnische veiligheid conform DIN EN 13077 tot stand wordt gebracht.
De vuilvanger voorkomt dat er deeltjes die roest op het bestek en in de vaatwasmachine veroorzaken vanuit het toevoer-
water in de vaatwasmachine terechtkomen.
Toevoerslang aansluiten
Belangrijke aanwijzingen:
– De toevoerslang mag niet worden ingekort of beschadigd.
– Gebruik alleen de meegeleverde toevoerslang. Oude, aanwezige toevoerslangen mogen niet opnieuw worden ge-
bruikt.
– Knik de toevoerslang niet bij het monteren.
1
2
3
1
Gebruiksaanwijzing MT-serie
Het aantal toevoerwateraansluitingen hangt af van het type
vaatwasmachine.
Pos. Omschrijving
IV
III
II
Aanwijzing: Voor de optie slanghaspel is op een aanslui-
I
ting (II-IV) een dubbele nippel aanwezig.
Vaatwasmachine aansluiten op het afvoersysteem
(}
Pagina 17).
Ø Sluit de toevoerslang (3) aan op de vaatwasmachine.
Ø Sluit de vuilvanger (2) aan op de watertoevoerkraan ter
plaatse (1).
Ø Sluit de toevoerslang (3) aan op de vuilvanger (2).
Ø Draai de watertoevoerkraan (1) open en controleer of de
aansluitingen lekvrij zijn.
I
Schoonwaternaspoeling / tankvulling
II
Schoonwaternaspoeling waterkwaliteit 2
III Separate tankvulling
IV Noodprogramma
Ø Sluit de afvoerwaterbuis (1) stevig aan op de vaatwas-
machine.
Ø Leid de buis voor afvoerwater met een verval (min. 3°)
naar de afvoerwateraansluiting ter plaatse en sluit deze
aan.
|
|
89014484; Versie 1
|
|
Inbedrijfstelling
5
Nederlands
27
Advertenties
Inhoudsopgave
