Inbedrijfstelling
De infrarood-gastransmitter Dräger PIR 3000 is af fabriek geconfigureerd en is na
de installatie onmiddellijk gereed voor gebruik.
Ter voorkoming van foutieve alarmen dient de alarmgeving van het centrale ap-
paraat te worden gedeactiveerd.
De gastransmitter voert na inschakelen van de voedingsspanning automatisch
een zelftest uit (10 seconden) en werkt dan automatisch met de af fabriek inge-
stelde kalibratie (zie bladzijde 38) en gascategorie.
Tijdens de zelftest wordt een signaal van 1 mA gegeven.
Opwarmfase van een minuut afwachten. Gedurende deze fase kunnen geen in-
stellingen worden tot stand gebracht op de gastransmitter. Tijdens de opwarm-
fase geeft de gastransmitter een signaal van 1 mA weer.
Signaaloverdracht controleren en zo nodig afstellen (zie "Signaaloverdracht cont-
roleren, alarmgeving controleren en gascategorie weergeven" op bladzijde 44).
Instelling van de gascategorie voor de gewenste interventie controleren. Zo no-
dig gascategorie instellen (zie "Gascategorie wisselen" op bladzijde 45).
Kalibratie van de gasalarminstallatie controleren (zie "Kalibratie" op
bladzijde 38).
Het systeem keert weer terug naar de normale bedrijfstoestand door de alarm-
geving te reactiveren.
Om de condensatie van vochtigheid op de optische oppervlakken van het appa-
raat te voorkomen, worden bepaalde onderdelen van de behuizing van binnen
verwarmd. Hierdoor kan de oppervlaktemperatuur om ca. 5
AANWIJZING
o
C worden verhoogd.
37