Voor uw veiligheid Voor uw veiligheid Gebruiksaanwijzing in acht nemen Elk gebruik van de transmitter veronderstelt de precieze kennis en het naleven van deze gebruiksaanwijzing. De transmitter mag alleen worden gebruikt zoals voorge- schreven. Onderhoud en reparaties De inspecties en onderhoudswerkzaamheden van de transmitter moeten regelma- tig door deskundigen worden uitgevoerd.
Doelmatig gebruik Doelmatig gebruik ® Dräger Polytron 3000 transmitter voor elektrochemische sensoren — Voor de stationaire, permanente bewaking van gasconcentraties in de omge- ® vingslucht, overeenkomstig de gemonteerde DrägerSensor — Voor binnen- en buitentoepassingen. — Voor installatie naar keuze in mijnen waarin mijngas kan optreden, conform de apparaatcategorie M1, of op plaatsen waar explosiegevaar bestaat van zone 0, zone 1 of zone 2, conform de apparaatcategorie 1G, 2G of 3G.
— het 4 tot 20 mA signaal kan ingelezen worden; — bedrijfsspanning van de transmitter is 12 tot 30 V DC. Polytron 3000 is af fabriek geconfigureerd voor het te meten gas en het betreffende meetbereik. Deze informatie is opgegeven op de sticker onder de deksel van de servicepoort op de voorzijde en op de achterkant van het meetinstrument.
Op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen: Nationale voorschriften inzake elektrische installaties op plaatsen waar ontplof- fingsgevaar kan heersen in acht nemen. De Dräger Polytron 3000 transmitter bestaat uit twee hoofdcomponenten: — Dräger Docking Station Kan vooraf worden gemonteerd op elke structuur; bevat de elektrische aanslui- tingen van de installatie.
Transmitter installeren Docking Station installeren — Als de transmitter in Ex-gebieden - zone 2 - zal worden gemonteerd, dient een plaats waar de transmitter niet mechanisch belast wordt. — Montage in verticale stand (daarbij moet de transmitter met de sensor naar be- neden wijzen) op een trillingsvrije, zo temperatuurstabiel mogelijke plek –...
treden. Kabel aansluiten: 1 Klem 2-polig voor Polytron 3000 – let op de polariteit (Markering in het doc- kingstation). Overtollige aders korter maken of 2 in klem, 4-polig, vastzetten. 1 Aansluitklem weer in de houder plaatsen. Kabel in houder vastzetten.
Transmitter installeren Montage van de transmitter op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen (Ex-gebieden) - zone 0 of zone 1 Tussen transmitter en centrale, veiligheidsbarrière met overeenkomstige Ex- toelating (apparaatcategorie 1 of 2) monteren. — Er mogen alleen veiligheidsbarrières met de volgende parameters worden ge- bruikt: U ) ≤30 V, I ) ≤0,3 A, P...
4 ... 20 mA – centrale eenheid +24 V 4 tot 20 mA Meetinstrument Dräger Polytron 3000 installeren Raincover (bescherming tegen stof en spatwater) van het vooraf gemonteerde Docking Station verwijderen. Pakking op vuil controleren, zo nodig schoonmaken. ...
Transmitter installeren Sensor monteren 1 Bajonetring van de transmitter verwijderen, blindplaat verwijderen. 2 Frontdeksel van de serviceopening met een inbussleutel openen door het deksel tegen de richting van de wijzers van de klok (ca. 60 ) te draaien. VOORZICHTIG Polytron Maak alleen gebruik van inbussleutels (5 mm) zonder kogelkop.
Analoog signaal — In de normale bedrijfsmodus loopt een stroom van 4 tot 20 mA door de transmit- ter die proportioneel overeenstemt met de gasconcentratie. — Polytron 3000 gebruikt verschillende stroomwaarden om de bedrijfstoestand van de transmitter weer te geven: Stroom...
Onderhoud en reparaties Onderhoud en reparaties Onderhoudstermijnen Bij de inbedrijfstelling: Kalibratie controleren, pagina 14. Signaaloverdracht naar de centrale en aanspreken van de alarmen controleren. Op regelmatige intervallen, die door de aansprakelijke persoon van de gaswaarschuwingsinstallatie dienen te worden bepaald: Signaaloverdracht naar de centrale en aanspreken van de alarmen controleren.
VOORZICHTIG Maak alleen gebruik van inbussleutels (5 mm) zonder kogelkop. AANWIJZING De Dräger Polytron 3000 ondersteunt het opslaan van kalibreergegevens in het sensordatageheugen niet. Meet- / onderhoudsmodus 1 Onderhoudsschakelaar met 2 standen. 2 Stand "Meetmodus" (linker schakelstand) – de meetwaarden worden gekoppeld aan de analoge uitgang.
Pagina 15
Onderhoud en reparaties Uitvoer ter kalibratie 4 Instrument voor de spanningmeting (mV instelling, Ri >10 M) op testpunt TP1 en TP2 aansluiten (nodig voor de versie zonder display). VORSICHT – Veiligheidsinstructie t.a.v. de werking in Ex-gebieden: Alleen exbeschermde instrumenten voor de spanningmeting gebruiken, waarvan de elektrische parameters aan de volgende voorwaarden voldoen: Gebruik alleen Ex-beschermde voltmeters.
Onderhoud en reparaties Nulpunt kalibreren Voor alle sensoren met uitzondering van de zuurstofsensor: Wanneer de omgevingslucht vrij is van meetgas en andere storende gassen, kan de nulpunt-kalibratie worden uitgevoerd zonder stikstof (nulgas), of Polytron 1 kalibratie-adapter gebruiken. Onderhoudsschakelaar op stand "Onderhoud" zetten, zie pagina 14. ...
Indien nodig is het mogelijk de sensor te vervangen zonder de voedingsspanning in het Ex-gebied te onderbreken. Alleen DrägerSensoren gebruiken die geschikt zijn voor de transmitter Polytron 3000. Polytron VOORZICHTIG Bij het gebruik van de transmitter in Ex-gebieden Class II, Div. 1 & 2, Groups E, F, G is het niet toegestaan de behuizing te openen (of de sensor te vervangen) zolang de installatie onder spanning staat.
Pagina 18
Onderhoud en reparaties 1 Onderhoudsschakelaar op de linker stand zetten. De 4 tot 20 mA uitgang wisselt naar de meetmodus. Frontdeksel in de serviceopening plaatsen en met een inbussleutel sluiten door het deksel in de richting van de wijzers van de klok (ca. 60 ) te draaien.
Storingen, oorzaak en oplossingen Storingen, oorzaak en oplossingen Storing Oorzaak Oplossing Weergave knippert Sensor warmt op Wachten tot de opwarmfase afgesloten is. Weergave Apparaatfout, Alleen een sensor gebruiken waarvan bijv. verkeerde sensor gemonteerd gastype, artikel nr. en meetbereik overeenko- men met de specificaties op de sticker. Weergave Eindwaarde van het meetbereik over- Wachten tot de gasconcentratie in het meet-...
≤ 2 x reproduceerbaarheid Beschermingsgraad IP 66 / IP 67, volgens EN 60 529 / IEC 529 (NEMA 4) Toelatingen Polytron 3000 is toegelaten als type P3S. ATEX Markering van het apparaat conform 94/9/EG II 1G / I M1 0158 Ex ia IIC T4 Ga (–40...
Pagina 21
Technische gegevens UL (Underwriters Laboratories Inc.) Only as to Intrinsic Safety for use in Hazardous Locations Class I, Div. 1&2, Groups A, B, C, D Class II, Div. 1&2, Groups E, F, G Use in accordance with Dräger Control Drawing SE20105. T4: –40 ≤...
Bestellijst Meetinstrumenten Polytron 3000 Benamingenen beschrijving Bestel nr. Bestel nr. Bestel nr. Drä- met display zonder display gerSensor Ter meting van ammoniak (NH 83 16 637 83 16 737 68 09 680 Meetinstrument Polytron 3000, meetbereik 0 tot 100 ppm NH , voor DrägerSensor NH...
Pagina 24
Bestel nr. Bestel nr. Drä- met display zonder display gerSensor Ter meting van zuurstof (O Meetinstrument Polytron 3000, 83 16 642 83 16 742 68 09 720 meetbereik 0 tot 5 Vol.-% O , voor DrägerSensor O2 Meetinstrument Polytron 3000,...
Pagina 25
Bestel nr. Bestel nr. Drä- met display zonder display gerSensor Ter meting van waterstof (H Meetinstrument Polytron 3000, 83 16 669 83 16 769 68 09 685 meetbereik 0 tot 1000 ppm, voor DrägerSensor H Meetinstrument Polytron 3000, 83 16 655...