De tijd (1) geeft de actuele dagtijd in uren en minuten weer.
De toerenteller (2) geeft het actuele motortoerental aan.
De bedrijfsurenindicatie (3) toont de tot dan gedraaide bedrijfsuren
van de graafmachine, onafhankelijk van het motortoerental.
Meldingen en controlelampen tijdens het gebruik controleren (blz. 72).
Parkeren van de motor
Indien de motor moet worden uitgeschakeld, om de graafmachine buiten bedrijf te stellen, moeten
de werkzaamheden voor de buiten bedrijf stelling worden uitgevoerd (blz. 87).
Motortoerentalhendel in richting
Linkse bedieningsconsole optillen.
Startschakelaar in stand STOP zetten en de contactsleutel verwijderen.
als de motor niet kan worden uitgezet, zet hem dan handmatig uit (blz. 26).
Controle van display na starten en tijdens het gebruik
Na het starten en gedurende het bedrijf moet de gebruiker de controlelampen en de indicaties in het display con-
troleren.
De waarschuwingslamp (1) knippert rood bij het optre-
den van een systeemfout of een technische storing,
de motor moet onmiddellijk worden uitgezet. Als het
systeem een waarschuwing geeft, dan knippert de
waarschuwingslamp geel. Daarnaast kan een foutco-
de op het display worden weergegeven, zoals weer-
gegeven in de afbeelding rechts.
De meldingen door gepaste maatregelen oplossen,
zie "Storingstabellen display" (blz. 109), evt. vakbe-
kwaam personeel raadplegen.
72
schuiven.
1
2
3
Bedrijf