Koelvloeistofkoeler en oliekoeler - Controleren
Visuele controle van radiateur (1) en oliekoeler (2) op dichtheid
en verontreiniging.
Bevindt zich vuil of dergelijke aan de koeler:
Koelvloeistofkoeler (1) en hydraulische oliekoeler (2) van motor
met een waterstraal of luchtdrukpistool reinigen. Géén hoge-
drukreiniger gebruiken!
Er moet speciaal op de tussenruimte tussen de koelers gelet
worden,omdat er zich op deze plaats veel bladeren ophopen.
Na het reinigen van de koelvloeistofkoeler en de hydraulische
oliekoeler, controleren of er geen beschadigingen zijn.
Aandrijfriemen - Controleren
De motor moet uitgezet en de contactsleutel eruit ge-
trokken zijn! Niet in roterende of bewegende delen
STOP
grijpen.
Aandrijfriemen (1) op plaats "A" indrukken, de aandrijfriemen
moeten ca. 7 mm (druk: 7 kg) ingedrukt kunnen worden. Indien
nodig de V-snaar afstellen (blz. 134).
V-snaar controleren op toestand; de V-snaar mag geen scheu-
ren of beschadigingen vertonen. Evt. aandrijfriemen vervan-
gen.
Uitlaatsysteem, dichtheid - Controleren
Uitlaatsysteem op lekkage en goede bevestiging (scheuren) controleren.
Indien deze controle met een warme motor wordt uitgevoerd, bestaat verbrandingsgevaar in het uit-
STOP
laatsysteem.
Indien het uitlaatsysteem lek is of loszit, mag de graafmachine pas na herstel in bedrijf worden gesteld.
62
2
1
A
1
Bedrijf