Onderhoud
Brandstofleidingen en luchtaanzuigslangen - Controleren
Motorkap openen (blz. 120).
Alle bereikbare brandstofleidingen (1), luchtaanzuigslangen (3)
en klemmen (2) op toestand en goede bevestiging controleren.
Beschadigde onderdelen moeten worden hersteld resp. ver-
vangen.
Motorkap sluiten.
Elke 1000 bedrijfsuren
Luchtfilter - Vervangen
Motorkap openen (blz. 120).
Klemmen (3) openen en deksel (4) verwijderen.
Buitenste filterelement (2) uit luchtfilterbehuizing (6) trekken.
Luchtfilterkast en deksel reinigen; hierbij het binnenste filterele-
ment (1) niet verwijderen.
Stofventiel (5) reinigen.
Nieuw luchtfilterelement plaatsen.
Deksel met merkteken TOP naar boven plaatsen en klemmen
sluiten.
Motorkap sluiten.
Oud filterelement overeenkomstig geldende milieubeschermingsbepalingen weggooien.
2
2
2
1
1
2
6
3
1
3
4
5
133